Op de Van Asch van Wijckskade werd regelmatig aangebeld door mensen die zich kwamen laten portretteren door Brigitte van den Boogert en Lilian van Rooij. Deze maand - tot en met donderdag 5 juli - tonen de fotografen een selectie van hun vrije werk in het stadhuis van Utrecht. Officieel vanaf aanstaande vrijdag, maar volgens mij kun je morgen ook al gaan kijken.
Adres en openingstijden vind je hier.
Verwant: Naar het stadhuis (I).
Posts tonen met het label avw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label avw. Alle posts tonen
De last van de vrijheid
‘Ze adoreren me,’ dacht de professor, ‘ze zien in mij iemand die hen uit hun onwetendheid verlost.’ En wat dan nog? Hij sloot zijn kamerdeur. Was dat een noodzakelijke voorwaarde of een obstakel om tot zelfstandig denken te komen? Waarschijnlijk het eerste. Men had hem hier niet aangenomen als filosoof, maar als pedagoog, als leider. En een leider moet de last van de vrijheid dragen.
Daniël Rovers, Walter (2011; p. 113).
Steekwagentje
'Maar dan moet je het doek wel met de goeie kant naar voren zetten.'
'Dat weet je nooit in de moderne kunst.'
Net als na een begrafenis worden we steeds uitbundiger - bij het ophalen van herinneringen aan afgelopen zomer krijgen we zelfs de slappe lach. Jolanda moet gaan. Salut! Ze begint te lopen - terwijl ik in groeiende paniek mijn zakken navoel op mijn fietsleuteltje (het steekt al in mijn slot), kijk ik mijn oud-ateliergenote na. Ze is al bijna op de hoek van de Plompetorengracht. Met iedere stap wordt ze kleiner - net de slotscène van Chaplin's The Circus.
Hier
De hele dag stonden er busjes en bestelbusjes op de Van Asch van Wijckskade. Morgen moeten we de sleutels inleveren. Mijn hokje is helemaal leeg. Eerst wilde ik het naamplaatje dat al die tijd op mijn deur heeft gezeten weggooien, maar ik bedacht me. Het zit nu op de buitenkant van mijn laptop. Hier is overal.
Ik was echt alleen - Viaggio nel sangue
‘Quote?’
‘Uit het boek?’
‘Ja.’
‘Er was een vuur dat altijd brandde en geboorte, dood, oorlogen en overstromingen gingen op in die vlammen.’
‘Paginanummer?’
‘Het grote vuur, pagina 51.’
‘Mooi boek?’
‘Prachtig. Het deed me een beetje denken aan de vroege, existentialistische romans van Alberto Moravia. En het laat zich ook goed vergelijken met Nabokov’s Lolita, waarbij het dan vooral interessant is dat het boek van Pavese en Garufi veel ruwer is, ongepolijst. De invloed van de 19e eeuw is ook nog aanwijsbaar: een van de personages, Silvia, krijgt zelfs een paar keer een flauwte.’
‘En is het grappig?’
‘Nee, ik geloof ook niet dat de auteurs die bedoeling hadden. HGV had ook Moedwil en misverstand kunnen heten. Het is wel ontroerend dat we langzaam ontdekken dat de vrouwelijke protagonist, Silvia, door wat ze als kind heeft meegemaakt, onbereikbaar is geworden voor haar bewonderaar en geliefde, Giovanni.’
‘…’
‘Pavese breekt de vertelling ook precies op het juiste moment af trouwens – en met het mooiste woord uit onze taal.’
‘Denk je dat het een boek voor mijn leesclub is?’
‘Voor je wát?’
‘Af en toe kom ik met wat vrienden samen om over een boek te praten dat we allemaal hebben gelezen.’
‘O, op die manier, wat leuk. Ik zag even een gymzaal vol lezende mensen voor me. Kun je het dan niet beter tekstbesprekingsclub noemen? Of klinkt dat te ongezellig?'
'...'
'Sorry. Ja, nee, zeker: volgens mij is het hartstikke leuk om met vrienden over Het grote vuur te praten. In de eerste helft moet je trouwens letten op de relatie tussen de bontjas van Silvia en de vogelveertjes die ze als meisje verzamelde.’
‘Oké.’
‘En als je het boek uit hebt, moet je de laatste 12 regels van pagina 73 nog een keer lezen.’
‘Maar biedt het genoeg aanknopingspunten om over te praten, het boek?’
‘Ja, tuurlijk… over ieder thema in de roman kun je uren praten… het gonst van de tegenstellingen en conflicten: stad en land. Man en vrouw. Leven en dood. Liefde en lust. Geluk en ongeluk. Adel en (boeren)arbeiders. Zomer en winter. Kind en volwassene. Water en vuur. Aarde en lucht. Heden en verleden. Conservatief en progressief. Rijk en arm. Accepteren en afwijzen. Macht en onmacht. Geloof en ongeloof. Binnen en buiten. Mens en dier. Vertrouwen en verraad. Gemeenschap en individu.’
‘…’
‘En, natuurlijk: spreken en zwijgen.’
‘Is er nog iets dat je over het boek wilt zeggen?’
‘Waarom is dit niet eerder vertaald?’
‘Vraag je dat aan mij?’
‘Nee, het is een retorische vraag.’
‘…’
‘…’
‘En moet ik nu een retorisch antwoord geven?’
‘Nee hoor, het is goed zo.’
‘Oké.’
‘…’
‘Heb je nog een geinige uitsmijter voor dit stukje?’
‘Het grote vuur: de rakkers van Karaat hebben ’t ’m weer geflikt.’
Cesare Pavese en Bianca Garufi, Het grote vuur, vertaald uit het Italiaans (Fuoco grande) en van een nawoord voorzien door Evalien Rauws en Luc de Rooy. Met een afsluitend essay van Alejandro Zambra. Uitgeverij Karaat 2012. O ja: mooi verzorgde uitgave. Met flappen.
‘Hou je ’t bij propaganda of heb je ook nog wat te zeiken?’
‘Staat je dictafoon uit?’
‘Ja.’
‘Nou, volgens mij is beseffen geen wederkerend werkwoord en me beseffen (p.99) dus geen correct Nederlands. Het is: zich realiseren.
En: beseffen.’
‘Jezus, wat een eikel ben jij.’
‘Ik wil alleen maar laten zien dat ik het boek goed gelezen heb. En je vroeg het zelf!’
‘Heb je nog meer te zeiken? En dan iets substantieels graag?’
‘De nasleep van het sterfgeval in de roman had van mij wel iets ontwrichtender mogen zijn en iets doorvoelder beschreven kunnen worden. Aan de andere kant versterkt deze behandeling het thema van het zwijgen, het il non detto.’
‘...’
'Wat ik trouwens nog vergat te zeggen toen we het over je tekstbesprekingsclub hadden: het is natuurlijk echt interessant om je af te vragen hoe het verder zal gaan tussen Silvia en Giovanni.'
Ontwerp gefotografeerde omslag: Studio De la Rúa.
Eierkoek
Af en toe kwam er een auto voorbij - het waren er minder dan overdag, maar genoeg om me aan het venster te houden. Ik stond met mijn benen tegen de verwarming en at een eierkoek. Mijn koffie stond in de vensterbank, er kwam geen damp meer vanaf. Om de schone winterlucht op te snuiven, en om de kou op mijn gezicht te voelen, had ik de ramen opengezet. In de verte, over het fietspad langs de Singel, in het gele licht van de hoge lantarenpalen, kwam een sliert trimmers aangerend. De bevroren sneeuw kraakte onder hun sportschoenen. Toen ze dichterbij waren gekomen, kon ik hun zware ademhaling horen. Een kudde buffels. Sneeuw op de kale bomen, ijs op het water van de singel. Van de vier eierkoeken had ik er drie opgegeten. De laatste gooide ik als een frisbee naar buiten. Hij zeilde een eind door de lucht en landde met een komische pof op het ijs. Een meisje dat aan de overkant haar hond uitliet had me zien gooien. Rustig bond ze het uiteinde van de hondenriem aan een kale struik, daarna daalde ze voorzichtig de steile oever af en waagde zich op het ijs om de koek op te rapen. Het meisje keek scherp naar de plek waar ik stond, richtte en wierp - met twee handen ving ik wat ik gegooid had.
'Niet meer doen hè!,' riep het meisje.
De koek had zo kort op het ijs gelegen dat hij niet eens koud was geworden.
'Niet meer doen hè!,' riep het meisje.
De koek had zo kort op het ijs gelegen dat hij niet eens koud was geworden.
Breathing in snowflakes
Het is meer dromen dan werken vanmorgen. Half februari moeten we hier vertrokken zijn. Beneden, in de hal, zijn de aannemers al met wat materiaal aan het slepen. De voormalige Universiteit voor Humanistiek gaat een gezondheidscentrum worden. In de hal speelt een radio. De muziek vindt via het trapgat de weg naar mijn kamer. Een omgekeerde cascade. Terwijl ik naar de vallende sneeuwvlokken kijk, hoor ik: 'It's too cold outside… for angels to fly'
‘Dus je moet daar weg?'
'Ja.'
'Vind je het jammer?'
'Eigenlijk niet, nee: hoog tijd voor een ander uitzicht.'
'Waar ga je nu werken?’
‘Hier.’
‘Waar?’
‘Overal.’
‘Waar is dat dan?’
‘Achterop de fiets bij één van mijn stagiaires, in een café in het oude centrum van Lissabon. Of ergens in een hangmat. Hier is voortaan: overal, behalve aan de Asch van Wijcks 28-30 in Utrecht.’
‘Dus je moet daar weg?'
'Ja.'
'Vind je het jammer?'
'Eigenlijk niet, nee: hoog tijd voor een ander uitzicht.'
'Waar ga je nu werken?’
‘Hier.’
‘Waar?’
‘Overal.’
‘Waar is dat dan?’
‘Achterop de fiets bij één van mijn stagiaires, in een café in het oude centrum van Lissabon. Of ergens in een hangmat. Hier is voortaan: overal, behalve aan de Asch van Wijcks 28-30 in Utrecht.’
Mélange de guimauves – Jeder Mensch ist ein Künstler (VIII)
‘Ieder portret is een zelfportret zeg ik altijd maar. Ik rotzooi maar een beetje an.’
‘Lang over gedaan?’
‘Één seconde… ik trok die zak met Spekkenpret open en die spekken vielen meteen zo huppakee op dat vel papier dat iemand in de gang had laten liggen.’
‘Ongelooflijk. Dat doet me denken aan die passage in De ontdekking van de hemel.’
‘Mij ook, mij ook. Het einde van hoofdstuk 7, met die druppel inkt en dat blad?’
‘Ja, precies!… Hé, weet je trouwens: als je je aansteker bij een spekkie houdt, dan vliegt ie in de fik dat spekkie.’
‘Nee, dat wist ik niet. Wat handig om te weten.’
‘Ja, als de stroom bijvoorbeeld een keer uitvalt en je hebt geen kaarsen meer in huis, maar bijvoorbeeld nog wel lucifers en spekkies dan hoef je mooi niet in het donker te zitten.’
'Nuttige info hier bij Martijn Knol Punt En El slash Martijn Knol Punt Blogspot Punt Kom.'
Bij de totstandkoming van 'Mélange de guimauves slash Spekkenpret' is kwistig gebruikgemaakt van de ‘Candy-animal marshmallow mix – big, soft and sweet’ van de Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam. Het gaat om de verpakking van 500 gram die zowel wokkelspekken, spekruiten, spekbielzen als marshmallows bevat.
Verwant: Fruchtgummi mit wertvollen Vitaminen.
'Tyn?'
Klop.
Klop Klop.
Klopperdeklopklop klopklop.
BONS, BONS, BONS.
Klop.
Klop Klop.
Klop.
Klop.
'Tyn?!'
'Mmm.'
'Yo. Koffie?'
'Mmm?'
'Koffie?'
'Straks.'
'Wanneer?'
'Later.'
'Oké dan.'
'Oké.'
'Wat ben je aan 't doen?'
'Ik schrijf een opdracht voor Eva Pastinaak uit Heerhugowaard.'
'Oké dan.'
'Oké.'
'Ik schenk hem vast in.'
'Oké.'
'Later!'
'Later.'
Dat naambordje heb ik natuurlijk helemaal zelf gemaakt (tong uit de mond en knutselen maar). Anderhalf jaar geleden al. Volgens Jamingo is er een Heel Groot Typograaf aan mij verloren gegaan. 'Mooi ook dat aflopen... hoe die letters zo pjoing wegzakken. En dat je die potloodlijntjes overal nog ziet.' Ze stond er een beetje bij te grijnzen, dus ik weet niet of ze het misschien ironisch bedoelde. Toen ik zei:'Maar dat kan toch nog steeds, een Heel Groot Typograaf worden?' antwoordde ze: 'Je bent nu toch lekker aan 't schrijven? Dat is toch ook leuk?'
Uit ons rijke archief: Jolandalí (WEL AANKLIKKEN S.V.P.: IK MAAK DIE LINKS NIET VOOR NIKS).
Haakjes/haasje - Jeder Mensch ist ein Künstler (VII)
Haakjes (boven) worden haasje (onder).
'Ha,ha... grappig!'
'...'
'Heb je ze echt omgedraaid of heb je alleen de onderste foto gekeerd?'
'Nee, de haakjes. Kijk maar naar de schroeven.'
'O, ja. Haha.'
'...'
'Goed idee. Jammer dat de foto's een beetje amateuristisch zijn.'
'Nou, het idee is volgens mij ook helemaal niet zo sterk, dat lijkt alleen zo omdat de foto's zo slecht zijn. Door de slechte executie komt het concept er relatief goed vanaf.'
'Dat heb je expres gedaan?'
'Nou expres... ik zou liever zeggen: bewust.'
'Jezus, ik voel opeens een ongelooflijke hoofdpijn opkomen.'
'Sterkte.'
'Ja, dat zal best.'
Vrijdag 2 december 2011
'Literaire voordracht met Martijn Knol ('Alles kan kapot') en Vrouwkje Tuinman ('Intensive care') waarin beiden voorlezen uit eigen werk. Ze gaan in gesprek over de totstand-koming van hun boeken en over de relatie tussen beeldende kunst, literatuur en design. Menno Vermeulen, saxofonist van De Sto-kers, is aanwezig om te musiceren. Na afloop signeren en knuffelen.'
Ik zou zeggen: tot dan, tot daar.
Vrijdag 2 december 2011, 17.00 uur, Plompetorengracht 4.
360+
Op de Van Asch van Wijcks wordt vaak nog post bezorgd voor de bibliotheek van de Universiteit voor Humanistiek die hier vroeger in het gebouw zat. Meestal gooien we de post op een stapel bij de balie (een glanzend gelakte bruine biels) van de gewezen portiersloge. Maar een enkele keer pulk ik aan de sluiting van een envelop of aan het plastic waarin een specialistisch tijdschrift is verpakt en soms gaat die verpakking dan per ongeluk een beetje stuk zodat ik de lectuur eruit kan frommelen en rustig kan bestuderen. Zo raakte ik gisteren verdiept in een tijdschrift dat helemaal is gewijd aan de kunststof materialen waarmee je bijgebouwtjes tegen bestaande boerderijen kunt plaatsen. Razend interessant (serieus). Nu overweeg ik de rol van het toeval in deze gevallen terug te schroeven door me te abonneren op álle tijdschriften die er in de wereld worden gemaakt. Iedere dag een pakhuis vol informatie wegwerken. Gewoon, voor de lol. En ook omdat kennis macht en alwetendheid almacht is natuurlijk. Stap 1: even naar de kiosk om dat nieuwe tijdschrift te checken.
Vrouwkje

‘Hé, moet je daar geen gedicht over schrijven?' zei ik toen Vrouwkje vertelde dat ze op een Mac werkt, maar dat die geen contact krijgt met haar twee draadloze printers. 'Stand alone.’ Vrouwkje grijnsde, dacht even na en antwoordde: ‘Goed idee. Doe jij het maar.’
Poëzie bedrijven… dat lijkt me een mooie wanhoopsdaad voor de kerstdagen. Ik vrees dat het nog een graadje lastiger is dan het lézen van een gedicht, maar we zullen zien. Mocht ik een voldoende scoren op de schaal van Tuinman, dan zet ik het gedicht te zijner (m/v) tijd misschien wel op dit blog. Misschien.
Let op: volgende week vrijdag, 2 december 2011, treden Vrouwkje en ik op bij het Centrum Beeldende Kunst Utrecht/DepARTment Store. Om 17.00 uur. Menno Vermeulen komt ook – en hij neemt zijn saxofoon mee. Komen dus. De toegang is: GRRRATIS.
En nu je toch met je agenda op schoot zit: volgende week dinsdag 30 november om 23.00 uur zendt Human (Nederland 2) de nieuwe kortfilm van Jaap van Heusden uit. De avond daarvoor is de film al te zien in De Balie (Amsterdam) met een debat na afloop. Ik zou kijken, of gaan, want Van Heusden wordt de Nederlandse Kieślowski.
Voorplat: Peter te Bos voor Nijgh & Van Ditmar.
Lootjes trekken
Afgelopen december, bij het opruimen van verscheurd inpakpapier (rood met motieven van schoorstenen en zwarte pieten) en het met stoffer-en-blik opvegen van vertrapte pepernoten, spraken we nog af dat we in 2011 een jaartje zouden overslaan en verdomd: elf maanden later lopen hier weer stagiaires rond met allerlei romantische opvattingen over collega’s die als familie voor je moeten zijn en over de kantine die je eigenlijk als een soort huiskamer zou moeten zien en die, die stagiaires, met hun soepele kattenlijfjes net zo lang om accountmanagers dralen – liefst jonge vaders die thuis zo weinig aandacht krijgen dat ze helemaal week worden van wimpergeknipper en blootgelachen tanden – totdat die, die accountmanagers, bij mij aankloppen, letterlijk, en aan mijn bureau komen gaan staan zeuren of het toch niet leuk zou zijn weer eens gewoon Sinterklaas te vieren met z’n allen.
Gelukkig kan er maar één de slimste zijn bij Martijn Knol Punt En El slash Martijn Knol Punt Blogspot Punt Kom en dat is Martijn Knol himself. Dus ik zet mijn ellebogen op tafel, vouw mijn handen en staar met een bittere trek om mijn mond een tijd zwijgend uit het raam. ‘Oké,’zeg ik dan uiteindelijk. ‘Maar volgend jaar slaan we echt een keer over.’
Zelf speel ik op 5 december altijd voor Sinterklaas. Pak regelen, paard huren – mijn mensen vinden het fantastisch (‘hij kan zichzelf tenminste relativeren’) en je wint er veel goodwill mee. Inmiddels weet ik dat je beter één avond per jaar Sinterklaas kunt spelen, dan hem twaalf maanden per jaar zijn, als je begrijpt wat ik bedoel, knipoog, knipoog. Het scheelt in ieder geval een hoop gebedel om salarisverhoging en gezeik van de ondernemingsraad over versleten kantoorstoelen en onbetaald overwerk.
In 2010 had ik in plaats van het traditionele boek van Sinterklaas een e-reader meegenomen. Scoorde ik goed mee. Eens kijken wat ik dit jaar voor aanhakertje ga verzinnen.
#44
De VPRO Gids met CB-katern ligt nu in de kiosk.
‘Ook geen internet?’
‘Wat?’
‘Heb je ook geen internet op je atelier?’
‘Nee.’
‘Hoe kun je dan facebooken?’
‘Tussen de middag ga ik altijd even naar boekwinkel Bijleveld en dan facebook ik meestal even op hun Commodore 64.’
'Oké. Cool.'
Crossing Border vindt plaats van 16-19 november 2011. In Den Haag.
De vormgeving van het gefotografeerde omslag is verzorgd door Piet Schreuders, de omslagillustratie is van Marcel van Eeden. VPRO Gids #44 bevat uitzendschema’s voor de periode 29 oktober t/m 4 november – we zijn graag zo volledig mogelijk bij Martijn Knol Punt En El slash Martijn Knol Punt Blogspot Punt Kom.
Verf
Pim is terug. Lang grijs haar, legerbroek, karamelkleurige trui. Bril. Het betekent dat het in de hal, in de vroegere portiersloge, weer naar verf ruikt. Naar verf en naar shagjes. Pim werkt altijd aan meerdere doeken tegelijk. ‘Anders word ik helemaal waus, joh.’ Hij heeft een jaar gewerkt in een atelier tegenover het Vredenburg, maar daar is het nu te lawaaiig. Op 1 november moet hij dertig schilderijen afhebben voor een galerie in Colombia. Ze zijn al verkocht. Als je benieuwd bent naar Pim's werk, moet je ’s middags of ’s avonds maar eens aankloppen op de VAVW. Wil je voor het kloppen eerst checken of hij er überhaupt is, dan moet je even door het raam naast de voordeur kijken om te zien of zijn mountainbike er staat: te herkennen aan het drinkkarton met biologisch vruchtensap dat altijd in de bidonhouder steekt.
Eigen huis & interieur

‘Kom verder, kom verder,’ schatert de knappe, succesvolle romanschrijver als ik mij eindelijk langs een haag van piepjonge, uitdagend geklede bewonderaarsters heb gewerkt en mijn hoofd om de hoek van zijn atelierdeur steek. ‘En let niet op de rommel.’ Hij veegt een paar stukgelezen boeken opzij, verplaatst een schaal zelfgebakken boerenbroodjes met rucola, mozzarella, cherry-tomaatjes en - origineel! - schijfjes flinterdun gesneden ontpitte olijf van een stoel naar zijn bureau en even later zitten we honderduit te kletsen over de inspiratiebronnen van deze charmante, boeiende, gevoelige, gedreven, jongensachtige schrijver die ondanks zijn intelligentie, belezenheid, creativiteit, schoonheid en succes altijd zo opvallend bescheiden is gebleven. Na al die meisjes die stonden te dringen bij zijn deur voel ik me de eerste minuten way underdressed in mijn minirokje en zijden blouse (waar mijn borsten bijna uitrollen als sinaasappels uit een te volle papieren zak) en terwijl ik het thuis, voor de spiegel, wel heel obvious vond dat ik niet alleen geïnteresseerd ben in de leesboeken, maar zeker ook in de manspersoon daarachter, voel ik me plotseling preuts vergeleken met al die concurrerende, warme roofdierlijfjes die me zojuist de toegang tot het atelier probeerden te ontzeggen door die te versperren, zoals ze me áánkeken toen de deur voor me open werd gedaan!, ze konden me wel vermoorden! - oh, my God, wat is dit een laaaaange zin geworden! bizar gewoon! Zelden heb ik me zo snel bij iemand op mijn gemak gevoeld, als vandaag bij deze Martin Knool, ik vergeet bijna dat ik hier ben om hem interviewen in plaats van dat ik in mijn eigen tijd op een spannende date ben. Hij stelt net zo veel belang in mij als ik in hem en ik kan je verzekeren dat dat zeldzaam is onder schrijvers! Als ik hem vraag naar zijn favoriete kunstwerk wijst hij zonder één seconde te twijfelen naar het uit gestapelde kartonnen dozen samengestelde koffiemeubel dat in een hoek van zijn atelier staat te pronken onder een van de hoge ramen waardoor het zonlicht royaal de ruimte in stroomt. De romanschrijver staart een tijdje filosofisch naar buiten en net als ik denk dat hij mijn vraag is vergeten zegt hij bijna verlegen: 'Sommige mensen houden van ingelegd notenhout. En anderen van geslepen glas of van oude meesters in olieverf, maar dit is een object waar ík gelukkig van word.' Zijn grote, gepassioneerde ogen kijken me opeens indringend aan en Martin vervolgt hartstochtelijk: 'Als mijn atelier in brand zou staan, zou ik mijn manuscripten gewoon laten liggen... mijn laptop zou weg mogen smelten en het archief met afdrukken uit de tijd dat ik mijn geld nog verdiende als professioneel fotomodel zou ik laten affikken, maar dit koffiemeubel zou ik eigenhandig door de vlammen naar buiten dragen, echt waar, al zou ik mijn leven ervoor op het spel moeten zetten...'
Meer weten over de inrichting van de jongensachtige ster-auteur, over zijn spirituele ambities én over zijn must have gadgets? Lees én kijk gauw verder op pagina 174 en... misschien win jij die unieke Total Body Scan!!!
Foto: Niels 't Hooft.
Vies praatje
We stonden met een paar mensen te kletsen in de hal. P. liep zonder iets te zeggen langs ons, trok de deur van de herenplee open, bleef op de drempel even staan, keek ons indringend aan en zei toen voor hij naar binnen stapte: 'Okay. Let’s drop the big one.’
Verwant: vlees.
Verwant: vlees.