'Wat politiek
betreft, moet ik zeggen dat ik niets precies over mezelf weet. Het enige dat ik
met absolute zekerheid weet, is dat ik van politiek niets begrijp. In mijn
leven ben ik twee keer ingeschreven geweest bij partijen. Een keer was het de
'partij van actie'. De andere keer was het de Communistische partij. Beide
keren waren een vergissing.
(...)
Wat de twee partijen betreft waartoe ik behoorde en waarvan een al lang geleden is opgehouden te bestaan, komt het me voor dat ik daar innerlijke, duistere en onderaardse banden mee heb behouden, die ik niet met woorden zou kunnen verduidelijken, die geen enkele basis vinden in de rede, die geen enkele relatie hebben met de keuzes van de rede, maar die vanuit de diepte opborrelen als genegenheden. Ik zou nog willen zeggen dat, als er op een dag een revolutie was en ik een politieke keuze zou moeten maken, ik dan veel liever gedood zou willen worden dan zelf iemand doden. En dat is een van de zeer weinige politieke gedachten die mijn geest ooit kan formuleren.'
Natalia Ginzburg, Twee communisten, uit: Mensen om mee te praten (1990;p.130/132), een boekje met een keuze uit teksten die Ginzburg bundelde in Le piccolo virtu (1962) en Mai devi domandarmi (1970). Vertaald uit het Italiaans door Etta Maris.
De passage is nog indrukwekkender als je ook de andere autobiografische teksten van Ginzburg kent.
Afbeelding: voorplat Le piccole virtù.