‘RICHARD
Wat mooi was
Op koninginnedag
Was een jongetje
Een jaar of zeven
En dat lag daar
Op straat
Tamelijk geïsoleerd
Spijkerbroekje t-shirt
Oranje zonnebrilletje
Oranje petje naast zich
Daar kon je je kwartjes in kwijt
Hij lag daar
Doodstil
Doodstil
Als dood
Hij kreeg zelfs guldens
Dat is al vaak…
RITA
Mooi
RICHARD
Je zegt nu ’s niet
‘Jij’?
RITA
Jij zou alleen maar denken
‘Rijden ze nu over me heen’?
RICHARD
Het was mooi
RITA
Natuurlijk
Net als dat overreden jongetje
Kwetsbare jongetjes
Zijn altijd mooi
Het kan zelfs een terreur worden
Al die o zo kwetsbare jongetjes
Die maar meteen gaan liggen’
Gerardjan Rijnders, Mooi, in: Ecstasy/Mooi (1995;p. 189-190)