speekselbelletjes


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Ik was geen individu, ik was een voortzetting van Moeder en alle andere vrouwen, ik was een eerdrager van de familie door middel van m’n vagina, daarom zouden m’n verwekkers alles op alles zetten om me te krijgen waar ze me willen: een keurige, kuise vrouw die voldoet aan de regels van de gemeenschap. Iemand die op de achtergrond blijft, een dienstmeisje, een zachtmoedige hulpverlener en voetstuk van een man, van mannen, van de mannenwereld. Niet iemand met haar eigen meningen, eigen doelen, eigen problematiek en eigen engagement, ik was een baarmoeder, een warmgedraaide voeder, hoeder en moeder, ik had een faciliterende rol, al het andere was secundair.’

Lale Gül, Ik ga leven (2021;p.322)

Büsra, de vertelster van deze autobiografische roman, spreekt de lezer rechtstreeks aan – de facto praat ze tegen en in zichzelf. Ze noteert wat ze vindt, voelt, denkt en vertolkt zo de onvrede die tatta’s als ik onder veel hoofddoeken vermoeden. Ik ga leven is een zelfportret in taal, waarbij minder wordt getoond dan verteld. De stem van de heldin ís het portret.

De lompe, grove stijl waarin Gül haar boek heeft geschreven past bij het thema: jonge vrouw verbreekt de ketenen die haar aan haar milieu binden. Omslachtige formuleringen zouden veel boeken onleesbaar maken, maar voegen hier iets toe; de vaak machteloze omhaal van woorden doet denken aan de speekselbelletjes in de mondhoeken van mensen die schuimbekkend lucht geven aan diepe, ware woede. Zonder geweld geen vrijheid.

Volgens de binnenflap is Ik ga leven gebaseerd op het leven van de auteur, wat betekent dat de tragiek achter de tekst echt is. Triest. Maar van het boek zelf geniet je zoals sommige ouders kunnen genieten van de boze buien van hun puberkinderen. Ook maatschappelijk relevante literatuur is entertainment.

Met Gül/Büsra hoop ik het beste voor andere vrouwen die zich uit hun religieuze milieu willen bevrijden:

‘Ik las op Wikipedia dat de christenen vroeger ook een boerka hebben gekend, de huik. Ik kon nauwelijks geloven dat Nederlandse vrouwen ooit zo rondgelopen hebben, maar het gaf me wel hoop: blijkbaar kunnen zaken drastisch veranderen binnen een door en door pieuze maatschappij als je het gemiddelde onderwijsniveau opkrikt (en nog een paar andere variabelen als hervorming, democratisering en secularisering zouden ook geen overbodige luxe zijn).’ (Ibid., p.63)

Was ik programmeur van literaire avonden, dan zou ik een tweegesprek beleggen tussen Lale Gül en Stephan Enter (Pastorale) over verschillen en overeenkomsten tussen islamitische en calvinistische verstikking.

Mijn exemplaar van Ik ga leven kocht ik bij Boekhandel Bijleveld – onafhankelijk sinds 1865.