Film: Anton Corbijn, Inside Out (2012).
Regie: Klaartje Quirijns.
Genre: kunstenaarsdocumentaire.
Verhaal: in een wat losse montage zien we fotograaf en regisseur Anton Corbijn als kosmopolitisch celebrityfotograaf, succesvol filmregisseur en eenzame broer en zoon. Corbijns artistieke toetssteen lijkt te zijn geslepen door zijn calvinistische, protestantse opvoeding; hij, Zeeuwse domineeszoon, is grootgebracht in een koud of in ieder geval weinig liefdevol gezin.
Bij een pijnlijk en benauwend bezoek aan zijn dementerende moeder vertelt de laatste aan Anton dat zij eigenlijk met een andere man had willen trouwen dan met zijn vader – haar ouders verboden het – en dat zij haar hele leven is blijven verlangen naar die andere man en altijd ‘bevriend’ met hem is gebleven.
Ook als moeder Corbijn vroeger niet heeft gesproken over haar onvervulde liefde en niet bewust blijk heeft gegeven van haar ongeluk, ligt daar volgens de documentaire een sleutel voor Corbijns monomanische werkdrift: hij is de zoon van een ongewenste vader. Harder geformuleerd: Anton had er eigenlijk niet moeten zijn. Of als hij er wel had moeten zijn, dan als zoon van de man die zijn moeder wél liefhad.
‘Dus?’
‘Dus verdwijnt Anton in zijn werk om zichzelf als persoon uit te wissen, om niet te bestaan.’
‘Mmm.’
‘Zelf zegt hij dat hij zo graag wil slagen als kunstenaar omdat hij zichzelf als mens níet geslaagd vindt. Maar bij de kijker vestigt zich de indruk dat Anton zich in de diepere lagen van zijn persoonlijkheid ongewenst voelt. Volgens die redenering bewijst hij zijn moeder een dienst door in zijn werk te verdwijnen.’
‘Dat kun je toch niet zomaar opschrijven?’
‘Waarom niet? Het is voor de geportretteerde en voor de regisseuse toch interessant om te weten tot welke speculaties en vermoedens de door Inside Out aangedragen sequenties aanleiding geven?’
‘Tik maar lekker verder dan.’
‘…’
‘Ik ga een espresso halen. Wil jij ook iets?’
‘Flesje Spa.’
‘Rood?’
‘Blauw.’
‘Als ik ‘Blauw’ had gezegd had jij zeker ‘Rood’ geantwoord?’
‘Ik drink nooit water met prik.’
‘Koolzuur.’
‘Mag ik nou weer verder?’
‘Wat let je?’
‘Een droge keel.’
'Oké dan.'
Corbijn betreurt het, ergens in de film, dat er niet meer seks in zijn werk zit. Na de ontboezeming van zijn moeder durf ik wel te zeggen dat wat ík in zijn werk mis eerder iets als ‘warmte’ of ‘liefde’ is – en, inderdaad, in het verlengde daarvan: overgave. Let ook op de tatoeage op de rechterschouder van Antons zus Aaf (‘emotionele Aaf,’ zoals ze zelf zegt als ze, volgeschoten, bij de geopende ijskast staat nadat ze net heeft verteld dat haar moeder aanhankelijker is dan vroeger, in de koude kinderjaren van Anton en Aaf (dit laatste zinsdeel is geen parafrase, maar een duiding mijnerzijds)).
Eindoordeel: twee getatoeëerde zonnen (2/5).
De Anton Corbijn uit Inside Out is als mens innemend, als kunstenaar toegewijd en dienstbaar – waarbij het trouwens opvalt dat Corbijn een voortreffelijk art director is: zijn kleding getuigt steeds van een perfecte hand van kiezen (sobere, smaakvolle chic), net als het interieur van het appartement waar we hem op de bank zien liggen – maar van mij had de regisseuse zich veel dieper in de sombere, donkere bovenkamer van de fotograaf en filmer mogen wagen.
In de belangrijkste sequentie van de documentaire - die waarin Corbijn bekent dat zijn kunst zijn persoon moet compenseren - laat Quirijns haar onderwerp letterlijk lopen… ze volgt hem even, blijft hem filmen… op de rug, ten voeten uit - maar laat de camera dan zakken en draait die vervolgens weg van Corbijn, naar een weiland dat is omzoomd door bomen. Het cinematografische equivalent van het hoofdje laten hangen.
‘Hier.’
‘Dank.’
‘Het is toch Rood geworden.’
‘…’
‘Blauw was op.’
‘Ik laat ’m wel even staan.’