Steekwagentje

Pim en zijn geliefde zijn gisteren al vertrokken, Tim heeft zich verschanst op zijn atelier (hij gelooft nog steeds niet dat we echt weg moeten), Menno zit in Thailand, Saul in Shanghai en Lidwien is vorige week al verhuisd. Wilfred is nog aan het schoonmaken, Niels verhuist morgen pas, zijn moeder komt nog helpen met poetsen - en de rest (Jaap, Annabel, Toni, Janneke en alle anderen) is al eerder weggegaan. JolandalĂ­ en ik hebben allebei een afspraak met Pieter om onze kale ruimtes te laten inspecteren. Pieter is tevreden. We geven hem onze sleutels en lopen na een handje en een bedankje naar buiten waar we, zonder sleutels, een tijd voor het pand blijven staan kletsen. Jolanda heeft twee schilderijen die zo groot zijn dat ze niet met een auto kunnen worden vervoerd op een geleend steekwagentje gezet - daar gaat ze zometeen mee naar huis lopen. Dwars door de stad. Dus met een beetje geluk wordt ze onderweg ontdekt.
'Maar dan moet je het doek wel met de goeie kant naar voren zetten.'
'Dat weet je nooit in de moderne kunst.'
Net als na een begrafenis worden we steeds uitbundiger - bij het ophalen van herinneringen aan afgelopen zomer krijgen we zelfs de slappe lach. Jolanda moet gaan. Salut! Ze begint te lopen - terwijl ik in groeiende paniek mijn zakken navoel op mijn fietsleuteltje (het steekt al in mijn slot), kijk ik mijn oud-ateliergenote na. Ze is al bijna op de hoek van de Plompetorengracht. Met iedere stap wordt ze kleiner - net de slotscène van Chaplin's The Circus.