We zaten rustig te praten, toen er op de deur werd geklopt. Er was een doosje bezorgd met exemplaren van De gouden tweehoek, het nieuwe boek van Sybren Polet (1924). Mijn redacteur kreeg een exemplaar aangereikt.
'Hier,' zei hij. 'Voor jou.'
'En jij dan?'
'Ik krijg straks vast wel een nieuwe.'
De gouden tweehoek is een verhalenbundel. In de trein van Utrecht naar Amsterdam keek ik uit het raam. Maar thuis begon ik meteen in het nieuwe boek te lezen. De kortste tekst, De boodschap, tik ik even voor je in:
De boodschap
Ergens, bij een willekeurig huis in een willekeurige straat, aanbellen om een boodschap af te geven.
Op de vraag voor wie de boodschap is antwoorden:
- Dat doet er niet toe, het belangrijkste is dat de boodschap afgegeven wordt, of: - Het gaat om de boodschap en niet om degene die hem ontvangt.
Waarop de man die open heeft gedaan antwoordt: - Dan neem ik hem niet aan.
Zeggen: - U hebt de boodschap al.
Je omdraaien en weggaan.
Sybren Polet, De gouden tweehoek (2011).
Met kinderlijke kracht een bres te slaan (I).