Süley

Met een man of tien zaten we aan de kade. De meesten hadden een stoel uit de keuken meegesleept en leunden nu met hun rug tegen de achtergevel. Uit de megabox die Jamingo in de vensterbank had gezet, klonk De Allerslechtste Billie Jean Cover Allertijden. De platanen aan het water waren nog kaal, maar het was zacht en de zon scheen. Een paar dagen terug had ik al een vleermuis boven het water heen en weer zien schieten. Jaap legde ons het morele dilemma uit zijn nieuwe scenario voor – af en toe werd er iemand gestoken door een mug. De zon was al onder toen er aan de overkant van de Singel twee stadswachten voorbij fietsten. Een van hen, een man met een enorme snor, zwaaide. A. zwaaide terug.
‘Dat is Süley,’ zei ze. ‘Die heeft nog bij mij op inburgeringscursus gezeten.’