kat, vlinder, haan

‘Buiten brak een laagstaand oktoberzonnetje door, dat recht in de kamer scheen. Marike ving het in haar spiegel, waarvan ze de steel telkens een beetje draaide, zodat er een lichtvlek door de kamer kwam te dansen. Heel even betreurde Albert het dat zij geen kat bezat om erachteraan te springen en te proberen het rondvlinderende stukje weerkaatste zon met zijn poot tegen het behang te pletten. Het ontbreken van een kat werd goedgemaakt door het ontijdige kraaien van de haan in de achtertuin van de buren.’

A.F. Th. van der Heijden, Kastanje a/d Zee (De Tandeloze Tijd 7) (2024[2016];p.214)

De Tandeloze Tijd doet inmiddels denken aan dat ladekastje van Tejo Remy, You Can't Lay Down Your Memory (1991), waarbij de bezweringen van Van der Heijden de riem vormen die de boel bij elkaar moet houden.

Doet er niet toe. Van der Heijden lees je niet om zijn evenwichtige composities, en trouwens ook niet om de filosofietjes van zijn personages, Van der Heijden lees je om te genieten van de zintuiglijkheid van zijn proza, vooral zijn stofuitdrukking is fabuleus.

Het summum van Kastanje a/d Zee, een prachtige, dubbele perspectiefwisseling, vind je in het laatste hoofdstuk van de roman. Het personage Marike de Swart verandert hier, in de laatste paragraaf, van object in subject. Bovendien speelt zien, en dit in een tekst van een uiterst visueel ingestelde auteur, plotseling een ondergeschikte rol.* Doordat Marike’s minnaars, Albert en Hans, voor haar deur, buiten haar zicht, met elkaar in gevecht raken, moet zij zich een voorstelling van hun schermutselingen maken middels de geluiden die ze produceren en veroorzaken: ‘Nu hoorde Marike het gebonk en geroffel van een zak aardappelen die van een kale houten trap af roetsjte, begeleid door een langgerekte pijnkreet.’ (Ibid. p.227).

Het is een soort mirakel, dat schrijverschap van A. F. Th. van der Heijden.

Ondanks echte teleurstellingen, zoals De helleveeg (DTT, deel 5), laat iedere serieuze lezer van boven de veertig vijftig alles uit z’n poten vallen zodra er een nieuw deel van De Tandeloze Tijd, of van Homo Duplex, verschijnt. Dus of de heer Van der Heijden een beetje kan voortmaken met al die delen die nog in voorbereiding heten te zijn die we nog tegoed hebben. Heel graag.

*Noot

Kenners zien overeenkomsten met passages in Het Schervengericht (2007) en in Vallende ouders (De Tandeloze Tijd 1) (1983).

Afbeelding: Wikipedia.