(on)bereikbaar

‘Ze neemt een broodje mee en een flesje water en ze zegt dat ze als ze op zo’n zwerftocht vertrekt nooit haar telefoon bij zich heeft, want ze is het beu altijd ‘bereikbaar’ te zijn, en dat ze als ze altijd ‘bereikbaar’ was geweest en altijd de mensen had kunnen bereiken, nooit schrijver zou zijn geworden.’

Anne Serre, Onze allerliefste schrijvende oude dame (2022 [2022];p.13), vertaald uit het Frans door Katelijne De Vuyst*

Hetzelfde boek, later:

‘Het wordt trouwens tijd (mijmert ze) dat ik bepaal waar ik begraven wil worden. Ik heb de voorbereidingen hieromtrent uitgesteld omdat mijn besluit over de kwestie nog niet vaststaat. Eerlijk gezegd wil ik geen individueel graf, maar word ik liever in een gemeenschappelijk, zogeheten ‘armengraf’ gelegd. Ik zou niet willen dat dat pretentieus overkomt; dat is het enige wat me tegenhoudt. Maar ik hoef geen naam of bloemen op mijn graf. Ik wil niet eens dat iemand mijn graf komt bezoeken. Ik heb zin om bij de armsten te liggen, om redenen die alleen mezelf aangaan. Misschien moet ik dat melden aan mijn drie jonge vrienden, maar de regisseur slash interviewer zal overdrijven, hij zal er iets buitengewoons van willen maken, terwijl het heel simpel is, heel onbenullig. Ik wil bij de armsten liggen. De rest van de wereld vind ik walgelijk. Alles is vals, behalve de misère.’ (p.79-80)

Aanwezig blijven na je dood betekent vaak afwezig zijn bij leven.

'Want?'

'Want onvergankelijk schrijven vraagt tijd.'

*Noot

Of zoals Jerry Seinfeld monter noteert: 'In alle eerlijkheid heb ik nooit echt begrepen waarom eenzame opsluiting zo'n zware straf wordt gevonden.'

Uit: Is dit wat? (2020[2020];p.434), vertaald uit het Engels door Peter Abelsen.