'Het mooie aan de Eifel, of beter: het Eifelbos, is dat het geen kilometer hetzelfde is. Steeds weer ander bos. Sparren, beuken, eiken, zo nu en dan wat dennen, esdoorns. Ook steeds weer nieuwe open plekken; daar zijn hele vakken sparren weg, die waren natuurlijk sowieso bedoeld als productiebomen. Het verschil in atmosfeer zit 'm vooral ook in de onderbegroeiing. Onder beukenbomen is het kaal, ligt een dikke laag blad, onder naaldbomen groeit mos. Er wordt weinig opgeruimd, overal liggen halfvergane bomen, je zou kunnen denken dat je in oerbos loopt.'
Gerbrand Bakker, De 3 bestaat niet, Een wandeling (2020;p.54)