Enrique Vila-Matas, Bartleby & Co (2007 [2000]; p.123/124), vertaling: Adri Boon.
De verteller van Bartleby & Co, fictieve auteur Marcelo, reflecteert, we schrijven 1999, in 86 hoofdstukken die hij in een schrift noteert en die hij voetnoten bij een ‘onzichtbare tekst’ noemt, over stilte in de literatuur, of preciezer over schrijvers die hun oeuvre voortijdig beëindigden en dan niet door zelfdoding maar door zichzelf een artistiek zwijgen op te leggen.
Marcelo's kunstenaarsbiografietjes doen soms denken aan de verzamelingen ultrakorte teksten in de vier laatste romans van David Markson. In zijn noten komt hij (Marcelo) tot de conclusie dat de moderne literatuur in het reine moet komen met de ontoereikendheid van het woord, met het onzegbare; met stomheid geslagen leggen sommige auteurs zich neer bij de uiteindelijke nietszeggendheid van de literatuur door er zelf voortaan ook het zwijgen toe te doen.
Bartleby & Co is onderhoudend en soms geestig, maar ook braaf, belegen en cerebraal. Het is een echt Witte Mannen van Vroeger Boek. Maar goed, in een diverse literaire cultuur moet ook plek voor boomers zijn.
Het verschil tussen de gevestigde Vila-Matas en een nieuwe auteur als Claire-Louise Bennett is dat de eerste het modernisme herkauwt en de laatste er iets nieuws van maakt.