‘Het leren van Latijn is zonder twijfel moeilijk, zwaar en – net als een mooie bergwandeling – op zichzelf ook bevredigend, maar we mogen het niet zomaar reduceren tot hersengymnastiek. Dat is alsof je zegt dat je naar het Louvre of het Metropolitan Museum gaat om je zicht te verbeteren of naar theater La Scala om je gehoor te oefenen. Schoonspringers en ballerina’s hebben uiteraard goedgetrainde lichamen, maar ze oefenen hun spieren om goed te kunnen springen of dansen, niet om ze in de spiegel te bewonderen. De belangrijkste reden om Latijn te leren, is dat het de taal is van een hele beschaving, de taal waarin Europa zich heeft gevormd. In het Latijn staat beschreven wat er achter onze identiteit schuilt, en dat wil je kunnen lezen.’
Nicola Gardini, Leve het Latijn, Geschiedenis en schoonheid van een nutteloze taal (2019;p.219), Vertaald uit het Italiaans, Viva il latino (2016), door Emilia Menkveld.