Stress

Hoewel het niet de snelste weg naar de Twijnstraat was, zei mijn intuïtie me via de Plompetorengracht te rijden. Daar fietste ik Annabel tegen het lijf. Ze kwam met een pak met schilderijen onder haar arm van het station. ‘Ik had net mijn vader aan de telefoon,' zei ze. 'Hij wil de hele tijd over de crisis praten. In Spanje is het crisis. In Nederland is het crisis. Jij wilt toch niet over de crisis praten? Nee? Ik zei tegen mijn vader: ik kijk geen televisie, ik lees geen kranten, ik leef in mijn eigen wereld, voor mij is het nergens crisis, sorry. Heb jij tijd voor een ijsje? Ik ook niet. Ik moet yoga geven. Iedere dag moet ik yoga geven, pfff. Wanneer moet ik kunst maken? Gisteren yoga op de Oudegracht, nu yoga op de Biltstraat, morgen yoga thuis voor een vriendin, maandag yoga op de Oudegracht. Pfff. Weet je wat het nadeel is van al die yoga?’
‘Je wordt er gestresst van.’
‘Jij bent grappig,' zei ze toen ze uitgelachen was, 'de volgende keer: jij krijgt van mij een ijsje.’