‘Zonder zwaard kun je ook vechten.’ – Saya-zamurai (2010)



Film: Scabbard Samurai/ Saya-zamurai (2010).
Genre: sprookje.

Regie: Hitoshi Matsumoto.

‘Wie?’
‘Hitoshi Matsumoto.’
'Oké dan.'

Verhaal: een wegens verdriet om zijn gestorven vrouw (ziekte) gedeserteerde samurai, Nomi, wordt gevangen en krijgt dertig kansen om een vadsig prinsje, dat verdrietig is omdat zijn moeder (ziekte) is overleden, aan het lachen te maken. Het grootste deel van de film bestaat uit een verslag van die pogingen. Variété, mime, slapstick.

Doordat de protagonist – geholpen door zijn dochtertje en zijn bewakers – materialen gebruikt als hout, riet en jute doen zijn optredens denken aan voorstellingen van het Haagse toneelgezelschap de Appel. De grote verrassing – een dikke middelvinger naar de conventies van het sprookje – is dat de samurai blijft falen en na de laatste mislukte poging dikprins te laten grinniken, ten overstaan van zijn eigen dochtertje, het volk, prins en gevolg, zijn buik opensnijdt. De sequentie die daarop volgt, waarin een dichter aan de rivier een boodschap voorleest (en voorzingt) die Nomi (de vader van het meisje dus) voor zijn dochtertje heeft achtergelaten is echt ontroerend. Nomi is blij, vertelt het gedicht, dat hij nu bij de moeder van het meisje is en ooit zal hij naar de aarde terugkeren als de zoon van het meisje (als de zoon van zijn dochter dus - Hans Kazán, lees je mee?). Of het genoeg is om de kinderhand van het meisje duurzaam te vullen is de vraag, ze is nu immers 100% wees, dan en daar werkt het.

Pitch: dertig dagen, dertig grappen. There’s nothing like a countdown for building suspense,’ zegt de verteller van Salman Rushdie's Midnight's Children (1981) ergens.

Leuk: de film bevat een paar bijna surrealistische, comic-achtige bewustzijns- en fantasiesequenties.

‘Waarom lopen die kinderen aan het slot van de film om die boom heen?’
‘Bij die grafsteen?’
‘Ja.’
‘Het verbeeldt de als troost bedoelde idee waarmee de film de kijker nadat de samurai seppuku heeft gepleegd wil troosten: het leven is een kringloop. Het individu sterft, maar het leven zelf komt altijd weer terug.’
‘Een beetje een dode-mus-redenering.’
‘Wie zelf zonder dode mussen kan werpe de eerste vogel.’

Eindoordeel: mooie film. Drie door je rechterneusgat opgeslurpte noedelslierten (3/5).

Bovendien een uitgelezen kans om op een ontspannen en onderhoudende manier je Japans weer eens lekker op te frissen.

Affiche: filmfreaks.