‘Zwaard, spreek voor mij.’ – Cesare deve morire (2012)


Film: Cesare deve morire (2012).

Dan wel: Caesar Must Die.

Genre: fictie-documentaire.

Regie: Paolo Taviani & Taviani, Vittorio.

Verhaal: gevangenen studeren Shake-speare's Julius Caesar (1599) in.

Che sorpresa!: twee gasten van in de tachtig (goeie bril, mannen) hebben de coolste film van 2012 gemaakt. Amour is dus geen slechte film omdat Haneke een ouwe zak is, maar omdat hij een narcistische, verkalkte, uitgedoofde ouwe zak is. Eigenlijk ben ik nog te mild geweest over die dooie diepvriesfilm – poppenkast met kipfilets als main characters. Om over Dans la maison nog maar te zwijgen.

Caesar Must Die (CMD) gaat over hoop, straf, angst, trouw, vergankelijkheid, groepsdruk, armoede, drugs, uitsluiting, status, trauma’s, bureaucratie, wraak, maar zonder dat die thema’s expliciet worden gemaakt, zonder dat we de gevangenis waar het verhaal is gesitueerd zelfs maar verlaten.

De compositie van CMD begint hecht: met de aankondiging, door de gevangenisdirecteur, van het jaarlijkse gedetineerdentoneelproject in de Romeinse Rebibbia-gevangenis, vervolgens zien we de casting, een leesrepetitie… waarna de regisseurs hun verhaal beheerst laten uitwaaieren en ze Shakespeare’s verbeelding & de werkelijkheid van een handvol gedetineerden vrij en virtuoos beginnen te vervlechten om te laten zien hoe kunst levens verrijkt en betekenis geeft (en vice versa)… om de vertelling tot slot weer met vaste hand af te wikkelen en de verbeelding in de vaste vorm van een toneelenscenering te dwingen. Vorm, vrijheid en vertrouwen – dit is grootmeesterschap.

Fotografie, cameravoering, kadrering – de beelden in CMD stromen soeverein en glinsterend door de rijke, brede bedding van de Italiaans-Europese cinema. Vulgaire kleurensequenties – het schreeuwende palet van de Italiaanse onderklasse en de massamedia - worden afgewisseld met majestueuze, neorealistische, emanciperende, humanistische passages (dramatische close ups, grafische totalen) die CMD de aardse, oudtestamentische kracht en allure van klassieke Italiaanse auteurscinema geven.

Suspense en sentiment worden: versterkt door goed gedoseerde, terughoudende symfonische muziek.

Eindoordeel: dit is relevante, intelligente, genereuze, geestige, knettersterke cinema. Vier (4) over lege stoelzittingen strelende mannenhanden (‘misschien zit hier vanavond wel een vrouw’) (4/5).

Gelukkig en tevreden loop je het filmhuis uit: al die keren dat je moest kotsen van de rotzooi die op het scherm werd geprojecteerd, lag het toch echt aan de filmmakers, niet aan je onderscheidings-vermogen en al helemaal niet aan de toverkracht van de cinema.

‘Vind je CMD beter dan Moonrise Kingdom?’
‘Ja. Doorleefder, gelaagder, gevaarlijker.’
‘…’
‘De Shakespeare van de Taviani’s legt blijkbaar een beter fundament dan Andersons combinatie van Salinger, Nabokov, DFW en Edgar Allan Poe. CMD is volwassen, gerijpte cinema. De film neemt zichzelf serieus en neemt het publiek serieus.’
‘Wat heeft MK met Poe te maken?’
Annabel Lee, a kingdom by the sea... It was many and many a year ago/ In a kingdom by the sea/ That a maiden there lived/ whom you may know/By the name of Annabel Lee.
‘Oké. Mag ik een pitchline suggereren?’
‘Voor CMD? Liever niet.’
CMD: de bevrijdende kracht van kunst. Escape from Alcatraz (II).’
‘Ja, grappig. Zal ik er ook één doen?’
‘Niets liever.’
CMD: geboeid door Shakespeare.’
‘Haha!’
‘Hahahaha!’
‘Zit je nou om je eigen grapje te lachen?’
‘Nee, ik geniet nog na van het jouwe.’
‘Nu kunnen de Nederlandse filmmakers niet achterblijven.’
‘Hè?’
‘Badr Hari als Hamlet.’
‘Holleeder for King Lear.’
‘Ha,ha… een willekeurige concernuitgever als Richard III.’
‘Richard gaat aan het einde toch dood?’
‘Ha,ha!’
‘Hahahaha!’

Om de sublimale betekenis van CMD ook nog maar even op te takelen: die gevangenis is, behalve een echte Romeinse gevangenis van steen, glas en tralies, een metafoor voor het bewustzijn. Ontsnappen uit dat eenmalige lijf & leven van ons mag onmogelijk zijn, we kunnen het wel overstijgen als we kunst maken of mee-maken.

Naschrift
Wie schetst mijn verbazing? Dat is Anne Branbergen. In De Groene Amsterdammer van afgelopen donderdag (13/12/12; p.9). Nadat de fratelli Taviani hun materiaal op eigen kosten hadden geschoten, zo vertelt Branbergen, was geen filmfonds bereid om CMD te produceren. Stomvervelend, veuls te saai – luidde het oordeel (troppo noioso). Pas nadat Nanni Moretti (zelf een matig cineast, MK) de beelden had gezien, en zich opwierp als producent, kon de film worden gemonteerd en gedistribueerd. Never give up, never surrender.

De Volkskrant stuurde jammer genoeg een visueel gehandicapte medewerker naar CMD, maar de woorden die Dana Linssen afgelopen donderdag in de NRC schreef, citeer ik met instemming: ‘Al met al is ‘Caesar Must Die’ een bewonderenswaardig experiment, waarin de twee broers zich vitaler en gedurfder tonen dan vele jongere vakgenoten.’

Voel je niet bezwaard om me uit te lachen, maar weet je hoe ik CMD het liefst zou noemen? (en dat ga ik (baas in eigen blog) nu dus gewoon doen). Een wijze film.

CMD is wijze cinema.

En zulke geweldige films worden er dus gemaakt in Europa.

Ga ’m zien. In de bioscoop.