Film: Beasts of the Southern Wild (2012).
Genre: demagogisch melodrama.
Regie: Benh Zeitlin.
Zeitlin heeft met Beasts of the Southern Wild (BOTSW) een film gemaakt die in bijna alle opzichten het tegendeel is van Amour.
En dat is nou ook weer niet de bedoeling.
Verhaal: meisje van zes en haar verkankerde, alcoholische vader strijden tegen armoede, waanzin en klimaatverandering.
‘Hè?’
‘Bèh!’
‘?’
‘Ja, huh! Lees de synopsis maar op de IMDB. BOTSW is Kauwboy, maar dan in Louisiana.’
De emancipatoire motor achter de film – een stem geven aan arm, zwart, verschopt, kansloos Amerika, aan (vrouwelijke) wezen en aan de mythische belevingswereld van kinderen – is me zeer sympathiek. Maar jammer genoeg heeft die motor de regisseur naar een lawaaiige film gereden (lawaaiig in zowel narratief, visueel als auditief opzicht)). Een lerares, in de film bedoel ik dus, zegt dat je mensen die zwakker zijn dan jij moet helpen – en overtuigd van die waarheid verlaat je de bioscoop. Persuasief is BOTSW dus wel.
Meer heb ik niet: te zeggen over BOTSW.
Dus: eindoordeel: Beasts of the Southern Wild is een knap debuut (minus de muziek dan - en misschien moet de regisseur zijn cameramensen bij volgende films contractueel verbieden te drinken op de set (en van je zwalkie, zwalkie, hupsakee, links, rechts). De meeste kijkers zullen niet te dom zijn om te zien dat alle heftige, stuwende muziek en de onnodig dynamische cameravoering zijn bedoeld om leemtes in psychologie en narratie te overschreeuwen. Twee met dynamiet gevulde krokodillen (2/5).
‘The storm is coming! The storm is coming!’
Affiche: IMDB.