'Met name Nabokovs wonderwerk Ada vormt een herkenbare inspiratiebron van De eeuwige jachtvelden. En net als Nabokov vecht Tepper een voortdurend stilistisch gevecht uit op zijn pagina's. Maar waar Nabokov een strijd levert tegen de banaliteit van de stijlloze zin, daar vecht Tepper tegen een veel verraderlijker vijand: de sentimentaliteit van een gemediatiseerde wereld. En omdat Tepper minder stijlvast is dan Nabokov, dreigt hij het gevecht voortdurend te verliezen. Dát maakt zijn boek zo aangrijpend.'
Uit: Daniël Rovers, Wat wil je dat ik zeg? Wat wil je dat ik wil horen? (een essay uit: Bunzing, over land, literatuur & rijtjeshuizen, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen (2005; p. 174)).
Behalve De eeuwige jachtvelden (1995) publiceerde Nanne Tepper De avonturen van Hillebillie Veen (1997, handelseditie 2002), De vaders van de gedachte (1998) en De lijfbard van Knut de Verschrikkelijke: atonale schertsen (2008).
Op de website van de NRC kunnen de stukken die hij voor de boekenbijlage van het dagblad schreef worden teruggelezen.
Teppers proza is net zo intens, heftig, zintuiglijk en waarachtig als dat van Jan Wolkers en net zo melancholisch en verzadigd met een besef van vergankelijkheid als dat van Nescio.
Lezen mensen over vijftig jaar nog boeken, dan lezen ze ook die van Nanne Tepper (1962-2012).
Afbeelding: Provincie Groningen.