Shame (2011) - improving, non-stop

Gisteren, tussen twee wipjes door, even naar Steve McQueens Shame geweest.

‘Ja, heel grappig, maar voor je verdergaat wil ik graag even een kijktest afnemen.’
‘Ga je gang.’
‘Noem minstens één Great American Novel uit de schamele boekenverzameling van protagonist Brandon.’
Underworld (1997), Don DeLillo.’
‘Wat voor merk ketchup staat er in de ijskastdeur van Brandon?’
‘Heinz. De merknaam komt niet in beeld, maar je herkent de huisstijl op het bandje dat om de hals van de fles zit.’
‘Welk merk trimschoenen draagt Brandon als hij in de regen staat te huilen?’
New Balance. Mogelijk symbolisch bedoeld.’
‘Hoeveel categorieën muziek hoor je op de geluidsband?’
‘Vier: pompeus-symfonische filmmuziek in de metroscène aan het begin van de film en later tijdens Brandons nachtelijke verwordingsscène. Pianostukken, gespeeld door Glenn Gould, van Bach (Goldberg-Variationen en preludes, partitas, fugas) tijdens erotiek/gevoel gerelateerde scènes, verder horen we popklassiekers (waartoe ik dan ook New York New York reken) en stilte.’
‘Is stilte geluid?’
‘Is wit een kleur?’
‘Wie stelt hier de vragen?’
‘Jij?’
‘Hoe laat McQueen zien dat Brandon zich buitengesloten voelt als zijn zus, Sissy, met zijn (Brandons) baas naar bed gaat?’
‘Hij kadreert Brandon met de linkerhelft van zijn (Brandons) hoofd en lichaam buiten beeld. Ik moet zeggen: met alleen de rechthelft van zijn hoofd en lichaam bínnen het kader.’
‘…’
‘De fotografie in Shame is clean en de cameravoering ingetogen en zelfs tamelijk statisch. De close-ups zijn belangrijk tijdens het nachtclubpelijk zingen van New York New York door Sissy en haar thematisch met dat lied verbonden zelfmoordpoging. Wanneer Brandon toehoort hoe zijn zus in de eerdergenoemde scène naar bed gaat met zijn baas, is het camerawerk zeer onrustig; Brandon hervindt wat van zijn rust/verliest wat van zijn onrust door met Glenn Gould (Bach, Goldberg) op de Mp3Speler door New York, New York te rennen – dat is prachtig, en profil, in een totaal, in beeld gebracht.’
‘Oké. Het voordeel van de twijfel: kom maar op met je mening, amateurkijkertje.’

Zo’n indrukwekkende verrassing als Hunger (2008) was, het debuut van Steve McQueen, zo’n teleurstelling is Shame. Zo oprecht en oorspronkelijk als Hunger aandeed, zo’n onwaarachtige en geforceerde indruk maakt Shame. In McQueens debuut, dat zich tot de standaardfilm verhoudt als een klassieke crosscountry tot een vercommercialiseerde stadsmarathon, dwong de inhoud (geweld, idealisme, vastberadenheid) de film in een onconventionele vorm, iedereen die Hunger heeft gezien zal zich bijvoorbeeld de minutenlange dialoog herinneren van de rokende hongerstaker en de geestelijke die hem komt bezoeken, die praatsequentie is een prachtige, functionele kink in de vertelling.

Shame heeft nauwelijks kinken, het scenario is bijna net zo schematisch en ‘evenwichtig’ als dat van Darren Aronofsky's Black Swan (2010). De film gaat over het compulsief-seksuele gedrag van een Amerikaanse eind-dertiger of begin-veertiger in New York, de eerdergenoemde Brandon. Het doet wat vreemd aan, het pathologiseren en demoniseren van de drift waaraan we ons voortbestaan te danken hebben, maar soit, dat Brandon deviant gedrag vertoont valt niet te ontkennen. Een bezoek van zijn zusje, Sissy, wakkert zijn seksuele honger – want, zoals wordt gesuggereerd, het onderliggende trauma - verder aan.

Zowel Brandon als Sissy worden naakt geïntroduceerd in de film. Het benadrukt dat hun identiteit wordt gedefinieerd door lichamelijkheid, of liever: door hun seksuele gedrag. En de oorsprong van hun gedrag zoekt het scenario in hun verleden. We’re not bad people, we come from a bad place, zegt Sissy, precies zoals het psychologische stramien van de tijdgeest het voorschrijft; of de regisseur buiten deze film ook geloof hecht aan dit soort sluitende Freud-light verklaringen weet ik niet, maar het uitgangspunt verpest wel zijn film. Waarom zouden wij ons best doen de personages te begrijpen als de regisseur zijn diagnose al heeft gesteld?

Brandon en Sissy zijn geen geloofwaardige personages, maar psychologische sjablonen. Wandelende etalagepoppen. Zelfs Brandons klaarblijkelijke liefde voor Bach’s pianowerken doet krampachtig aan – het muzikale erfgoed is vermoedelijk toegevoegd met de bedoeling de film toch nog te voorzien van wat je zou kunnen noemen: een ziel.

Brandon is niets meer dan zijn obsessie, hij is het vleesgeworden trauma, een illustratie bij de boodschap die de regisseur wil verkondigen – al moet ik je die boodschap schuldig blijven, want hoewel McQueen in een interview in de IFFR-special van De Volkskrant zegt dat hij discussie wil uitlokken, wordt het mij niet duidelijk waarover hij wil discussiëren.

Maar ik wil best een poging wagen:

'Ja, maar wacht es eventjes... Komt Brandons compulsieve gedrag echt door zijn jeugd? Misschien moeten we het wel toeschrijven aan zijn suffe kantoorbaan? Of aan zijn schreeuwerige collega’s? Misschien komt het door zijn metropoolse leven? Of door zijn aquariumachtige appartement? Of door een combinatie van dat alles? Wat denken jullie van deze materie, jongens (m/v)?'

Nog een poging:

'Ja, maar mensen... is er eigenlijk wel echt een probleem in Shame? Zijn mensen, mannen in het bijzonder, niet al een paar duizend jaar gepreoccupeerd door seks? Zou dat, vanuit evolutionair oogpunt, onze overlevingskansen niet hebben vergroot? Maakt porno niet gewoon aanwijsbaar wat er altijd al in miljoenen hoofden aan lichaamsdelen rond kolkt? Wat zijn jouw gedachten hierover, Ans? Sorry, Quinten, wat wilde jij zeggen?'

De beelden in Shame zijn knap, doordacht gemaakt. Een dialoog tussen Brandon en Sissy kort na aankomst van de tweede, bijvoorbeeld, is - net als een gesprek later, in het appartement van Brandon, waar, heel betekenisvol, net een tekenfilm (kindertijd!) op televisie is - op de rug gefilmd. Het is het Verleden dat altijd meekijkt over hun schouders. Een nachtelijke wandeling van Brandon met een collega, Marianne, waarmee hij weleens een echte, betekenisvolle relatie zou kunnen krijgen is daarentegen hoopvol en face gedraaid, alsof Brandon en Marianne niet de camera maar de toekomst tegemoet lopen.

Je kunt, moeiteloos, een hele lijst opstellen met doordachte composities en betekenisvolle montagemomenten. Shame klopt, terwijl de personages niet kloppen – en dat klopt niet. Er heerst in de film een verkeerd soort spanning tussen vorm en inhoud. Hier geldt wat Jeroen Mettes schreef over de rouwpoëzie in Anna Enquists Tussentijd: ‘Echte wanhoop – wanhoop die niet weet wát te roepen – krijgen we nergens te zien.’ Het gevolg: ‘Ik word er niet bang van.’

Omdat McQueens personages zo vlak zijn - in een film die, lijkt me, over mensen wil gaan, over round characters - is zelfs de scène waarin Brandon zijn zus onder de Heinz aantreft nadat zij haar polsen heeft opengesneden vooral pathetisch.

Shame is tendenscinema – en McQueens morele agenda verstoort zijn artistieke intuïtie. Als Brandon met twee lenige vrouwen in bed ligt, mag het ons niet ontgaan dat het Heel Slecht met hem gaat - dus laat McQueen Brandon-vertolker Michael Fassbender tijdens het neuken grimassen trekken van het soort dat je eerder met een moeilijke stoelgang dan met een getergde geest associeert.

Shame is een clean in beeld gebrachte casus. De film wekt vooral het verlangen om er, in edelkitschstijl, een parodie op te maken – maar dan over iemand met leeshonger, een ademhalingsverslaving of met het onweerstaanbare verlangen iedere avond te gaan slapen.

Wanneer de eindtitels in beeld komen, ben je niet benieuwd hoe het verder zal gaan met Brandon en Sissy, maar denk je, met Teeuwen & Smeenk (Heist, 1991),: ‘Veel plezier met jullie pathetische kutleventjes’.

Zelf zei McQueen in het bovengenoemde interview dat hij mensen wil laten kijken naar wat ze niet willen zien. Nou, er is weinig schokkends te zien in Shame, het is eerder jammer dat er te weinig artistieke en intellectuele stimuli uitgaan van de film om je aandacht vast te houden. Ik vraag me af of het verwijt van willen wegkijken dat McQueen zijn publiek maakt niet eerder een projectie is.

Misschien is McQueen ten diepste bang voor het thema van zijn eigen film en heeft hij zich daarom gewapend met stramienpsychologie en gekozen voor een diepvriesvormgeving. Want eigenlijk is er maar één vraag die na het zien van Shame blijft knagen en dat is deze: als de regisseur werkelijk denkt dat zijn personages zijn verknipt door hun Hele Erge Verleden, waarom gaat de film dáár dan niet over?

Film: Shame (2011)
Regie: Steve McQueen

Eindoordeel: twee vintage langspeelplatenspelers (2/5).

En zullen we dan nu eindelijk de discussie over Drive beginnen?
#Zinin.

Titelverklaring (van dit stukje): na zijn nachtelijke verwording reist Brandon met de metro terug naar zijn appartement, hij zit op een stoeltje naast de deur. Achter/boven hem hangt een affiche met de tekst ‘Improving, non-stop’, een ironisch – en ook wat flauw en gemakzuchtig - commentaar op de verwording van de protagonist.

Quizvraag: in welke film die vorig jaar in de filmhuizen draaide hoorden we de Goldberg-Variationen ook al langskomen?

Het correcte antwoord: Sophia Coppola’s Somewhere. Ook daar symboliseerde de muziek het onderdrukte gevoelsleven van de protagonist.

Wie overigens ook naar de Goldberg-Variationen luisterde: Dr. Hannibal Lecter.

Ontwerp alternatief Hunger affiche: Viktor Hertz.