Spaghetti

Ik fietste met mijn boodschappen achterop in de buurt van het Wilhelminapark toen er een groene voordeur openzwaaide. Er stapte een verhitte man naar buiten. Zijn rode wangen en onvaste pas verklapten dat koken nog altijd een handige dekmantel voor het wegtikken van glaasjes rode wijn is. De man droeg een lang, donkerblauw keukenschort waar slierten spaghetti op kleefden. Hij keek naar links, naar rechts en riep toen naar een jongetje van een jaar of drie dat verderop in de straat een paardenkastanje zat te bestuderen:
'Diederik? Kom je eten? Papa en mama hebben een heerlijke maaltijd voor je bereid.'