‘Wordt de natuurlijke benutting van de productiekrachten door de ordening van de eigendom verhinderd, dan zoekt de toename van de technische hulpmiddelen, de snelheid en de energiebronnen zich een uitweg in een onnatuurlijk gebruik, dat in de oorlog wordt gevonden. De verwoestingen van de oorlog leveren het bewijs dat enerzijds de maatschappij niet rijp genoeg was om de techniek tot haar orgaan te maken, en dat anderzijds de techniek niet voldoende was ontwikkeld om de elementaire maatschappelijke krachten meester te worden. De imperialistische oorlog wordt in zijn gruwelijkste trekken bepaald door de discrepantie tussen de geweldige productiemiddelen en hun ontoereikende benutting in het productieproces (met andere woorden, door de werkloosheid en het gebrek aan afzetmarkten). De imperialistische oorlog is een opstand van de techniek, die haar vorderingen in de vorm van ‘mensenmateriaal’ int, omdat de maatschappij haar haar natuurlijk materiaal heeft onthouden. In plaats van rivieren te kanaliseren, leidt ze de mensenstroom in de bedding van haar loopgraven, in plaats van zaden uit haar vliegtuigen te strooien, laat ze brandbommen los boven de steden, en in de gasoorlog heeft ze een middel gevonden de aura op een nieuwe wijze af te schaffen.’
Walter Benjamin, Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid (Das Kunstwerk im Zeitalter seiner technischen Reproduzierbarkeit (1935/1939)), vertaald door Henk Hoeks, Boom, Amsterdam (2008).
Ik vrees voor bovenstaande dialectische/historisch materialistische analyse dat de drang tot destructie vaak samenvalt met of voortkomt uit scheppings- en levensdrift, maar desalwelteplus: helemaal onwaar lijken Benjamins woorden me niet.
Nog een Drone-filmpje.
Foto Drone: OHIO FRAUDclosure.
