Zivilcourage

Bij prijsvragen & loterijen kun je meestal een auto winnen, een luxe cruise (bestaan er ook niet luxe cruises? of heet het dan meteen: roeitochtje of rondvaart?) of één of ander abstract geldbedrag.

Boeiuh!

Meestal is de prijsuitreikende instantie een reisorganisatie, een advertentieblad of een naam- en anderszins loze vennootschap.

Ik had me er, wil ik maar zeggen, lang geleden al bij neergelegd dat Doe mee en win!-acties niet voor mij waren weggelegd.

Tot ik vorige week zaterdag met een kom koffie achter mijn laptop zat en een RSS van Het extra orgaan kreeg. Ik stuurde Marjolijn Februari onmiddellijk een bericht. De dinsdagavond daarop vond ik mijn prijs, Ons soort mensen (OSM), al bij de post.

Superleuk.

Wat me bij voorbaat innam voor OSM is deze regel van de achterflap: “Een vitale samenleving krijg je niet door het vertrouwen van anderen te vragen, maar door zelf betrouwbaar te zijn.” Een gedachte die in de bundel wordt uitgewerkt in een stuk over de Integriteitskubus (p.86).

OSM is een selectie van stukken uit de Volkskrant en NRC Handelsblad, de onderwerpen zijn serieus, de toon is monter. Februari heeft, onder meer, wijsbegeerte gestudeerd. Wat je precies moet verstaan onder filosofie, filosoof of filosofische tekst weet ik nooit zo goed, maar alle teksten uit OSM getuigen van een grote, oorspronkelijke denkkracht.

Marjolijn Februari is beschaving zonder bangigheid.

Februari werkt en leeft – dat maak ik althans op uit OSM – volgens de Woutertje Pieterse doctrine: grote dromen zijn prachtig, ze houden je gaande, maar je plicht en betrokkenheid gelden de dagelijkse werkelijkheid. Het woord ‘romantisch’ komt, net als de naam 'Virginia Woolf' trouwens, opvallend vaak voor in de bundel, in het voorwoord heeft Februari het al over haar ‘romantische hunkering naar de wereld zoals zij is’, uit de teksten blijkt echter dat M.F. zich bezighoudt met abstracties en zo aanhoudend offers brengt voor het collectief. Ze reflecteert op systemen, regels, wetten, moraal, beleid. Ze studeert en adviseert, ze staat in de file. Allemaal voor ons. Het ironische is dus dat de abstractie, toch ook een soort droom, Februari's dagelijkse plicht is.

Er staan veel grappige, speelse stukken in het boek (Talking to me? Huh? Huh?). Dagdromen, rampscenario’s. Een innerlijke monoloog. Zelfs sombere, moedeloos stemmende onderwerpen resulteren in vrolijke teksten. Alles bij elkaar is OSM vooral een intelligente aanmoediging om eens wat vaker je bek open te trekken (ik zeg het maar even in mijn eigen woorden) en af en toe na te denken voor je iets zegt (waarbij de volgorde 1) denken 2) bek opentrekken natuurlijk de voorkeur verdient).

Het meest hartstochtelijk en meeslepend schrijft M.F. over haar jeugd in de Utrechtse prachtwijk Overvecht:

‘Maar zelf heb ik aan mijn jeugd in Overvecht wel degelijk schade overgehouden. Vooral door de gruwelijke, gruwelijke, gruwelijke lelijkheid ervan. […] Er waren twintig jaren lommerrijk dorpsleven voor nodig om te genezen, en nog steeds krimp ik ineen als ik op bezoek moet bij iemand in een nieuwbouwwijk.’

Een klager is Februari niet, op een beschrijving/analyse volgt bij haar vrijwel altijd goede raad:

‘Er zijn nieuwe plannen met Overvecht, en die zijn vast verstandig. Ik las al knappe dingen over functionele diversiteit en leefstijlverbetering. Maar mag ik als ervaringsdeskundige iets suggereren? Zorg dat zo’n wijk zijn hartverscheurende lelijkheid verliest. Breng er spel heen, schoonheid, fragiliteit, voeding voor de ziel. Poets het betonrot weg, vervang die snelgroeiende fabrieksbomen door berken en beuken, haal het onkruid uit de zandbakken op de speelplaatsen. Haal het beton van de speelplaatsen. En dan: kies niet altijd de goedkoopste en hardvochtigste oplossing. Maak Overvecht van glas, bloemen, muziek en snelstromend water en je zult zien.’

In een ander stuk heeft ze het over de man die vroeger naast haar ouders woonde, ‘een doodgewone dokter met een Lada’ en over het werk van een Sovjetsatiricus dat ze dankzij hem leerde kennen. Die column, Smerige duivels, denk ik wel eens, ze zouden jullie op je smoeltje moeten slaan, moet je zelf maar lezen (OSM, p. 238).

Het is verleidelijk om Februari's jeugd in Overvecht te beschouwen als de motor achter haar strijd voor het ware, het schone en het goede. Maar dat - reduceren, simplificeren, dramatiseren, vals romantiseren - is dus precies wat Februari je afleert.

Ons soort mensen, Marjolijn Februari, Uitgeverij Prometheus

Verkrijgbaar in de beschaafdere boekhandel.

Naschrift
Voor je ontsteekt in klassenhaat: de titel die Marjolijn Februari voor haar bundel koos, Ons soort mensen, is natuurlijk ironisch. Ja, maar het ironische van de ironie is dat zij het plotseling niet meer is, zul je repliceren of repliciteren. Dat is waar, maar het ironische is dat deze titel nog ironischer en moediger is dan je op het eerste gezicht zou denken. Wees blij dat iemand met Februari's intelligentie en integriteit zich niet afkeert van de onverbeterlijken, maar bereid is zich steeds opnieuw in hen te verdiepen en zich bij hen te embedden.