De Dom bijpunten

















We vierden oudejaarsavond met en bij M. en S. Ze hadden een prachtig, Claesziaans stilleven gecomponeerd van kazen, kaarsen, wijn, olijven, rozen, rode bessen en boerenbrood.

Om twee minuten over twaalf haalde M. een grote kist tevoorschijn. Op het deksel stond met van die vette brandmerkletters MINISTERIE VAN DEFENSIE. De kist zat helemaal vol lawinepijlen.

Met allemaal een flinke bos van die pijlen onder de arm bestegen we de trap naar het dakterras waar M. de pijlen in een kaarsrechte baan begon af te vuren richting de toen nog 112,32 meter hoge Domtoren – zie foto (de rode vuurbol op de achtergrond is de tweede of derde uit een lange reeks voltreffers).

Nadat alle pijlen waren verschoten, en de Domtoren een metertje of drie was ingekort, stonden we nog een tijd te genieten van het Gesamtkunstwerk aan de hemel. Het was een beeldschoon gezicht die veelkleurige, transparante, steeds opbloeiende, steeds uitdovende gloed – net een juwelendoos die werd leeggestrooid. Ik was nog nooit op deze hoogte van jaar gewisseld en ik had me niet kunnen voorstellen dat de vuurpijlen je létterlijk om de oren zouden vliegen.

'Zou je ze uit de lucht kunnen grijpen,' zei ik.
'Ik wel,' zei S, 'let maar op.'

Ze trok een paar dikke, zwarte handschoenen aan en begon kalm en geconcentreerd naar de hemel te kijken totdat ze in een hink (plantenbak), stap (stoel), sprong (tafel), zweefduik deed wat ze had voorspeld: een overkomende vuurpijl in volle vlucht uit de lucht grijpen. Ze hield het vuurspuwende ding een eindje van zich af tot de vonkenstaart was uitgedoofd, daarna liet ze hem zien, de pijl. Het was een blue eagle.

In het zuiden werden nog vuurpijlen de lucht in gejaagd. Maar het werden er snel minder. En toen ze op waren, besloten we dat het te koud was om nog buiten te blijven. We gingen terug de warmte in. Koffie drinken, gehaktballetjes eten. Goede voornemens uitspreken. Lachen om de donderslagen die opklonken van onder de bruggen.

Voordat ik de deur naar het dakterras afsloot, keek ik over mijn schouder de nacht in. Vanuit de verte kwam een kleine, rode vuurbol aangedreven, gedragen door een witte parachute. Kalm, dapper, poëtisch – zo wordt 2011.

Gelukkig Nieuwjaar!