Er verschijnt zo duizelingwekkend veel dat het aanmatigend zou zijn om te beweren dat Richard Powers sinds de dood van David Foster Wallace de grootste, levende Amerikaanse romanschrijver is.
Toch ben ik tot die stelling geneigd.
Sterker nog: ik voorspel dat Richard Powers binnen nu en dertig jaar de Nobelprijs voor literatuur gaat winnen. Dat deed ik tien jaar geleden ook al eens, die voorspelling – toen in een stukje over Naomi Klein’s No logo - maar destijds voelde dat bijna als grootspraak, bluf, gepoch, gegok… op kousenvoeten over dun ijs sprinten… terwijl Powers oeuvre inmiddels is aangegroeid tot een ijslaag zo dik en stevig dat hij die Nobelprijsbewering ook gerust kan dragen als die door dertig dikke dansende mannen wordt geuit (probeer dit voor je te zien).
Richard Powers is geboren op 18 jui 1957.
In Evanston.
Tot zover de human interest.
Hij debuteerde in 1985 met Three Farmers on Their Way to a Dance en heeft inmiddels negen romans gepubliceerd. In ieder boek vertelt hij een overzichtelijk en meestal tamelijk conventioneel gestructureerd verhaal (hoewel de manier waarop hij zijn romans construeert nooit zonder extra betekenis is en nooit alleen maar om de lezer door het boek te sleuren of zoiets aparts en hij zijn verhalen vaak doorsnijdt of verrijkt met essayistische lijnen of uitweidingen).
Wat Powers interessant maakt is de aandoenlijke, hopeloze eenzaamheid van zijn protagonisten en de onbeholpen manier waarop ze contact proberen te maken met soortgenoten. Intelligentie en intellect zijn voor Powers’ personages vaak een handicap. In de intellectuele milieus die hij beschrijft zouden mensen als Stephen Hawking, Steve Jobs en Umberto Eco maar nauwelijks mee kunnen komen of zelfs de verdenking van verstandelijk beperkt op zich laden (verdenken hier natuurlijk niet in juridische zin).
Wat vooral zo leuk en waardevol en ‘belangrijk’ is aan Powers manier van schrijven, is dat die zo onhip is. En dan niet op een berekende, hippe onhippe manier (zoals bij Jonathan Franzen – alleen die naam al… noem jezelf toch gewoon Fransen, man!), maar écht onhip. Soms waan je je bij het lezen van zijn boeken zelfs in een verliteratuurde streekroman. Zijn boeken hebben iets oubolligs en houterigs, de ernst van zijn vertellers en protagonisten is vaak benauwend en verstikkend, de grappen, wisecracks en oneliners zijn soms regelrecht verkrampt en geforceerd, van beschreven liefdesrelaties gaat eigenlijk altijd iets klefs uit en mannelijke geliefden kunnen zich zo nederig opstellen dat alleen professionele hulp uitkomst lijkt te bieden. Ik weet dat je geneigd bent dit te lezen als kritiek, terwijl ik het allemaal juist zo ontzettend goed en eigen en oprecht vind.
Zie: rebellie.
Wat je bij Powers vindt, vind je nergens anders omdat hij bij het schrijven echt alleen uit zijn eigen binnenwereld lijk te putten, alleen naar zijn eigen stem luistert. De wereld van Powers vind je alleen in de boeken van Powers. Hij vindt volstrekt eigen woorden, karakters, situaties om letters leven in te blazen. Zijn boeken zijn altijd onderhoudend, maar verworden nooit tot Low Art. Powers is ernstig en echt. Hij verlaagt zich nooit tot enter- of infotainment.
De grootste attractie van Powers werk is zijn taal, zijn metaforiek. Hij schrijft vaak in een zakelijk, haast klinisch register waarmee emoties op afstand worden gehouden (maar wat je op afstand houdt, wordt nieuwsgierig naar je en komt vanzelf dichterbij). Het meest spectaculair zijn zijn vergelijkingen - waarvoor hij vaak uit de natuurwetenschap put; ze benadrukken de symbiose en de strijd tussen hoofd en hart die in Powers werk zo belangrijk is.
Powers is een schrijver die zich er niet voor schaamt dat hij wel eens iets leest. En dat hij ook wel eens iets anders leest dan een krant of een roman. Zijn brein is in staat hele vakgebieden uit de bètawetenschap te doorgronden en vervolgens op te nemen in een romanwereld. Vanwege zijn ernst doet hij soms wel wat denken aan J.M. Coetzee en vanwege zijn affiniteit met de bètawetenschappen ben je geneigd hem te vergelijken met sommige van onze jongens, met Harry Mulisch bijvoorbeeld of met Gerrit Krol of met W.F. Hermans, maar hoe je ook trekt en sjort, zulke zeilen dekken de lading niet.
Powers is onvergelijkbaar.
Zijn beste boeken tot nu toe zijn The Time of Our Singing en The Gold Bug Variations. Dat laatste boek is zonder meer een meesterwerk. Dat eerste ook. Eigenlijk heeft Powers maar één matig boek geschreven, Gain, daarin is zijn engagement mij wat al te schematisch.
Als je nog nooit iets van Richard Powers hebt gelezen, dan lijkt zijn meest recente roman, Generosity, me een mooie kennismaking. Het boek is al in het Nederlands verschenen. De roman, vertaald als ‘Gen voor geluk’, gaat over een schrijfdocent, een meisje dat ongeneeslijk gelukkig is en een wetenschapper die handelt in genetische kennis en daarom wil weten of geluksgevoelens erfelijk zijn bepaald.
Het lijkt me vrij zinloos om de roman hier nu na te gaan vertellen – het internet wemelt van de besprekingen. En zoals er in Generosity staat: ‘There are only slow facts and fast facts, linked and unlinked, and every two sequences of value will eventually be correlated.’ En je bent nu toch online, dus een bespreking is zo gevonden.
De uitslag van onze prijsvraag!
De naam 'Richard Powers' was maar door twee lezers ingestuurd. Van die twee personen heeft notaris Riphagen er één blind uitgekozen: Peter Spruit uit Spangeren. Heel hartelijk gefeliciteerd Peter! Je hebt de Maserati Grand Turismo S Automatic nog voor de kerstdagen in huis – hoewel hij in de garage natuurlijk ook niet zou misstaan – zodat je nog voor 2011 een begin kunt maken met het opschalen van je ecologische voetafdruk. Geniet ervan.
De troostprijs (het Maserati-reservewiel) gaat naar Gummert van Brederode uit Heerhugobosch. Gummert meende in het gezicht van Richard Powers dat van Paul Auster te herkennen. Gummertje, Gummertje toch! Evengoed heel veel plezier met je reservewiel!
Iedereen veel dank voor het insturen.
In Nederland verschijnen de romans van Richard Powers, de vertalingen daarvan bedoel ik, bij Uitgeverij Contact.
P.S. Ergens in Powers’ debuut – Three Farmers on Their Way to a Dance dus, naar die beroemde foto van August Sander, je weet wel - vertelt een personage dat Nederlanders de gewoonte hebben om met kerst chocoladeletters in schoenen te stoppen. Grappig.