Was bij de heropening van het Groninger Museum. Kon daardoor ook meteen de nieuwe tentoonstelling bekijken: Het onbekende Rusland, oriëntalistische schilderkunst 1850-1920.
Omdat het Groninger Museum is gemetamorfoseerd had ik dit verslagje het liefst helemaal in beelden verteld (conceptueel verantwoord: vorm is inhoud). Dat is bijna gelukt.
Hoewel heel Nederland spastisch deed over spoor- en snelwegen, reed onze trein probleemloos naar Groningen. Beetje lezen, beetje mensen kijken – no sweat. O, ja... voor de freaks: wij bevonden ons in treinstelnummer 4426.
Bij de fietsenrekken op Utrecht CS, was het me al opgevallen dat al die besneeuwde paaltjes, fietsen en kantoren wel van wol leken. Het winterwonderland dat onderweg vanuit de trein te zien was, leek eerder een Gesamtkunstwerk van inpakneuroot Vladimirov Javacheff Christo (mijn diagnose: die heeft wat te verbergen - sla Freuds psychopathologie van het dagelijks leven er maar op na), ondersteund door Jurgen Bey (Kokon Furniture) en Marcel Wanders (Knotted Chair).
Je kan ook zeggen: de wereld is het vakantiehuis van de goden. Maar ze zijn er niet. De meubels hebben ze zo lang afgedekt met lakens.
Mag ik de eerste dia? Ah, daar is ie al...
Volgende!
Ja! Volgende!
De opening begon, of: opende, in de Groningse Stadsschouwburg, aan de Turfsingel. Er waren toespraken van museumdirecteur Kees van Twist, van excellentie Uri Rosenthal en van een Russische mijnheer van wie ik de naam niet helemaal goed heb verstaan. Ook was er een intens en meeslepend college Russische schilderkunst van curator Dr. Inessa Kouteinikova.
Maar… hoogtepunt van de middag was een recital van mezzo-sopraan Olga Borodina. Met haar prachtige, smachtend-melancholische stem zong ze liederen van Rachmaninov, Tchaikovsky, Rimsky-Korsakov. Ik probeerde een foto van haar te maken, maar toen ik mijn toestel aanzette, begon dat te gillen en te schreeuwen en te piepen... het leek wel alsof er een autoalarm afging... in paniek heb ik meteen de accu eruit getrokken... Het is nog een geluk dat ik van schrik mijn Canon niet compleet aan gruzelementen heb geslagen.
Hoe dan ook: van het recital heb ik dus geen beelden. Helaas. Daarom doe ik het visuele hier maar even in beeldende taal.
Waar mevrouw Inessa Kouteinikova had gekozen voor een ravissante witte jurk met bijpassende witte laarzen (een prachtdracht die haar tot de grootste, dromerigste sneeuwvlok van Groningen maakte), daar droeg mevrouw Borodina een stijlvolle, zwarte jurk met subtiele minuscule glitters erin verwerkt - alsof je een heldere sterrennacht in keek. Het grootste wonder: over haar jurk droeg Olga Borodina een lang, paars vest waar je de glittertjes doorheen kon zien!
Tussen de liederen ging steeds de klep van de vleugel even open en speelde Olga Borodina’s begeleider, Dmitri Yefimov, wilde, weergaloze pianostukken waarvan ik de meeste niet kon thuisbrengen (ja: Russisch en romantisch, maar dat levert vast geen punten op). Bij een van zijn laatste solo’s ging Yefimov zo ongelooflijk tekeer dat het ivoor van de toetsen door de zaal vloog als de losse tanden bij een geïmproviseerde bokswedstrijd aan boord van een marineschip.
Tijdens het speciaal voor deze gelegenheid samengestelde recital werd een selectie schilderijen geprojecteerd uit de tentoonstelling die we later konden bezoeken. Toch werd mijn blik tijdens het concert steeds naar de koperen wieltjes van de verrijdbare vleugel getrokken. Die wielen maken de Steinway tot de grote broer van het winkelwagentje en het skateboard.
Touringcars brachten ons naar het museum.
Gezang in de entree. Dia!
Het Himmelb(l)au paviljoen. Hapjes. Drankjes. Dia graag!
Die dia zit scheef! Hallo!
Ja. Dank. Goed... Waar was ik?...
Architect Alessandro Mendini was door de sneeuw helaas gestrand in Milaan.
Er ging een lamento door de zaal.
Wel waren er toespraken van de slanke, fitte museumdirecteur Kees van Twist (donkerblauw pak met een smaakvol licht streepje) en van de Groninger burgemeester Peter Rehwinkel (die een wel héél malle designketting droeg). Samen onthulden ze een plaquette voor de geestelijk vader van het Groninger Museum, Frans Haks.
Ik moest ook nog even aan Swip Stolk denken.
Na afloop van de plechtigheid was er alle tijd om iets voor jezelf te doen. Ik bezocht de vaste collectie. Dia!
En daarna de nieuwe expo. Dia!
Het naambordje naast dit schilderij heb ik ook gefotografeerd, maar de foto heb ik daarna per ongeluk weer gewist... nou ja... fuck it... ga zelf maar naar die tentoonstelling als je de naam van die schilder zo nodig moet weten.
’s Avonds werden de ruimtes die door Jaime Hayon, Studio Job en Maarten Baas zijn gerestyled onthuld en ingewijd. Beeld!
Eerst de bibliotheek van Jaime Hayon. Dit ontwerp lijkt me niet moeilijk te duiden: lezen verlicht. En zo is het.
Hier, op deze plek, had ik graag een foto ingeplakt van de Job Lounge/de trouwzaal van studio Job (Nynke Tynagel en Job Smeets). Alleen... in hun ruimte kregen we zoveel pralines (samengesteld door Sergio Herman & ontworpen door studio Job en als ik me goed herinner waren ze gevuld, die bonbons bedoel ik, met gojbes, passievrucht, pecannoot en Quinoa) toegestopt dat ik helemaal vergat een foto te maken.
Gelukkig kun je hier volop foto’s van de ruimte zien. Van een echte fotograaf. Gevraagd naar de betekenis van zijn vormen en motieven zei Job: 'Ik bedoel er niks mee. Het is allemaal karikatuur.'
Dat wordt dus weer zelf nadenken.
Het Mendini Restaurant is, zoals dat heet, onder handen genomen door Maarten Baas. Dia!
Net zoals Jaime Hayon en Job Smeets opende Baas de door hem heringerichte ruimte met een korte toespraak.
Baas had weinig zin om 'moeilijk te doen' over zijn ontwerp. Zelf had ik de indruk dat de stoelen en lampen in Mendini variëren op zijn Clay collectie terwijl de wandlampen en de lange zitbanken (die kleine kantelen hebben) meer aan zijn Sculpt meubelen doen denken. Anyways... het restaurant werd ingeswingd door Tim Knol & miniband. Fanshots graag!
Tim Knol zingt When I Am King.
Tim's troon.
Toetsen: Matthijs van Duivenbode.
Gitaar: Anne Soldaat.
Dat was het.
Doe de gordijnen maar weer open.
Vragen? Iemand?