Het schervengericht

Later begreep ik dat het ongeveer als volgt is gegaan. Yvonne had van mij A.F.Th. van der Heijden’s Het schervengericht geleend. Nadja kwam bij haar het atelier in lopen, schrok toen ze die gigantische roman op tafel zag liggen en vroeg wat zíj nou weer aan het lezen was. Of woorden van gelijke strekking.
‘Wat is dát?’
‘Gewoon… een roman… volgens Martijn zitten er geniale stukken in.’
‘Ja, Jezus… als ik duizend schilderijen maak zal er ook wel een keer iets gewéldigs tussen zitten. Dit noem ik niet 'gewoon een roman' hoor. Zo dik… dat is echt ziek!’
Ze had twee handen nodig om het boek op te tillen.
‘Pfff.’
‘Wat?’
‘Wat dik! Zwaar!’
‘Ja, niet echt een boek voor in de trein.’
‘Jezus, als je dat op de grond laat vallen, slaat beneden de kalk van het plafond.’
‘Ha, ha... dat zal wel meevallen, toch?’
‘Echt niet. Van wie zijn die stemmen beneden?’
‘Van Jamingo en Martijn.’
Nadja tilde het boek boven haar hoofd.
‘Zal ik het doen?’
‘Wat? Laten vallen?’
‘Ja. Doen?’
‘Oké.’
Met het boek als een stoeptegel boven haar hoofd projecteerde ze haar stem door de vloer en riep:
‘Martijn?! Kijk eens naar boven!’

Foto: Jamingo

Vijf reacties:

1) Inderdaad, inderdaad – in De ontdekking van de hemel sterft protagonist Max doordat een engel een meteoriet naar zijn hoofd gooit en inderdaad: het is in de context van bovenstaande 'post' niet zonder betekenis dat bij de dood van Harry Mulisch A.F.Th. als zijn meest natuurlijke opvolger werd genoemd en dat 'Het schervengericht' A.F.Th.’s 'Ontdekking van de hemel' is, maar terwijl ik de scherpte van alle lezers van dit blog graag honoreer (ik overwoog Nadja om te dopen tot Angela, dát echter leek me wat al te gemakkelijk), lijkt het me ook goed om op te merken dat voor mij de allusie in werkelijkheid nog door 'de ontdekking' heen gaat – gun me die kleine kennisvoorsprong – en wel naar de woorden die Mulisch sprak bij de presentatie van een boek van zijn aartsvriend Jan Hein Donner. De achtergrond is, zoals dat heet, genoegzaam bekend: schaakgrootmeester en publicist Jan Hein Donner werd begin jaren tachtig getroffen door een beroerte waarna hij toch nog bij schrijfmachte bleek. Bij de presentatie van De koning, een boek met Donners schaakstukken, in het Stedelijk Museum in Amsterdam, sprak Mulisch – de schrijver die in 'de ontdekking' laat zien hoe goed hij mannenvriendschappen doorgrondt en hoe diep hij ze koestert - de volgende woorden:

‘Lieve Hein,
Op 24 augustus 1983 gooiden de goden een stuk marmer naar je hoofd. Helemaal oprichten kon je je niet meer, maar kapot gekregen hebben ze je niet. Na je dood, zoals je het zelf uitdrukt, ben je met één vinger doorgegaan met schrijven, waarmee je tenslotte voor ons allemaal een moreel voorbeeld bent geworden. Ik weet wel wat ik altijd in je heb gezien: een man die zijn lichaam overwint. De Koning, die hier op het omslag staat, dat ben jij.'

Zelden is een auteur mooier toegesproken dan Donner daar, toen, door zijn absolute vriend Harry Mulisch.
Martijn

2) Flauwekul dit bericht! Een echte schrijver heeft geen foto’s nodig. Verman je: maak fictie! En met die pseudo-academische rechtvaardiging achteraf maak je het alleen maar erger – alsof je vanaf het beeldscherm wolken woestijnzand mijn kant op blaast… recht in m’n gezicht. Verder speel je een gemeen, doortrapt spel met de lezer: de tekortkomingen van je eigen, oppervlakkige stukje ondervang je door opname van een prachtig, doorvoeld citaat van een collega met oneindig veel meer talent. Wie durft nadat je die tere toespraak hebt aangehaald nog kritiek te leveren op jou? En dat citeren doe je voortdurend. Waarom? Wat ben je nou, jongen? Kunstenaar? Of curator? Je gaat er maar mee door, met dat citeren, en het is maar al te duidelijk dat je dat uit onzekerheid doet. Je pronkt met andermans veren omdat je te verlegen, niet bij machte of onwillig bent je eigen vleugels uit te slaan. Had je energie liever gestoken in het herschrijven van die zwakke, houterige dialoog hierboven. En wat betreft de foto: a) je had dichter bij die stofvlek/recht onder het plafond moeten gaan liggen (was je bang dat je haartjes vies zouden worden?) en b) de spijkerstof bij je kont zit raar (Pampers?). De Innerlijke Redacteur.

3) Hey, dat is toch het ouwe atelier van Pim? Waar is die gebleven? En wie is die agressieve gast hierboven? Als ie je lastig blijft vallen moet je het maar zeggen, dan gaan we met z’n allen even bij hem langs. Ton.

4) Hi guys, can’t read your posts, but I love what you’re doing here! Great pics!!! Steve, Arizona, U.S.

5) Eh, kan ik hier gewoon beginnen te typen? Als jullie nog iemand zoeken om dat systeemplafonnetje effe te fiksen, dan kun je me altijd bellen. Bedankt vast! Groete, Gompie S.