Dodo
‘Ferdi!’
‘…’
‘Ferdi, waarom ben je nou meteen zo versnaterd?’
‘…’
‘Ik zei alleen dat je net zo snel naar die kruimels hapte als Dodo altijd deed.’
‘…’
‘Ik denk nooit meer aan hem! Alleen nu even doordat jij die beweging met je kop maakte.’
‘…’
‘Je deed me alleen even aan hem denken omdat je verder juist zo ánders bent. Jij bent veel leuker! Met je stoere verenpak!’
‘…’
‘Ferdinand! Hè! Wacht nou even!’
‘…’
‘Ferdinand!… dat met Dodo was twee weken geleden! Ik kan er toch niks aan doen dat ik al een leven heb gehad voordat ik jou leerde kennen? Ik kan toch niet altijd doen alsof jij de enige eend in mijn leven bent? Ferdi?’