speculeren

‘Het schilderij waarover het nu gaat, biedt géén aanwijzingen voor een toeschrijving. Het is niet gesigneerd noch gedateerd. Er zijn geen andere versies of kopieën bekend. Er zijn ook geen gravures naar het werk gemaakt, of naar de grotere, oorspronkelijke compositie die het mogelijk vroeger heeft gevormd. Archiefbronnen ontbreken en het portret is bovendien nooit eerder vermeld in de moderne kunsthistorische literatuur. Met andere woorden: waar moet je beginnen wanneer je wilt bewijzen dat een schilderij werkelijk door Rembrandt is geschilderd?'

Jan Six, Portret van een jonge man (2019;p.105)

Destijds had ik de controverse rond de aankoop/toeschrijving van Portret van een jonge man, mogelijk een Rembrandt, een beetje gevolgd via de courant, maar het zien van Oeke Hoogendijks documentaire Mijn Rembrandt (2019) bracht me er pas toe het boekje van Jan Six over zijn koop te lenen bij de openbare bibliotheek.

Portret van een jonge man – fraai en toch betaalbaar geproduceerd, heerlijk geïllustreerd - is eigenlijk een prospectus, het staat vol welgevallige aannames, verleidelijke speculaties, autoriteitsargumenten en redeneringen die vanaf hun aanvang richting gewenste uitkomst leunen. Galerist Six zet uiteen dat het doek dat hij bij Christie’s kocht als ‘Circle of Rembrandt’ volgens hem door de meester zelf moet zijn vervaardigd. Dat is mogelijk, waarschijnlijk, aannemelijk. En uiteindelijk een bijna-feit.

Het lukte me geen alinea te vergeten dat oude meesters handelswaar zijn en dat het veel lucratiever en prestigieuzer is een eigenhandige Rembrandt door te verkopen dan een werk uit zijn studio/omgeving. Sterker: per regel groeide het vermoeden dat het – met een beetje goede wil & creativiteit – ook wel moet lukken Gezicht op Delft of La Gioconda of Guernica succesvol aan Rembrandt toe te schrijven. Ja, ik draaf door. Maar ik ben natuurlijk geen kenner van oude of jonge meesters. En al helemaal geen kunsthandelaar.