Eind november 2012. Daniël was in de buurt. Konden we mooi afspreken voor een koffie bij Café Olivier. Hij (Daniël) had de handelseditie van zijn proefschrift meegenomen. Het boek zag, en ziet, er prachtig uit. Ik bladerde wat heen en weer (de zoete lucht van vers papier, inkt, nieuwe lijm) en wist dat ik eerst het hoofdstuk over M. Februari zou gaan lezen, daarná de inleidende tekst en vervolgens de hoofdstukken over Kellendonk, Otten en de anderen. Ik zei: ‘De keuze voor de auteurs die je bespreekt zegt ook iets over jou.'
‘Dat is ook toevallig,’ zei Daniël, ‘Dat gaat Jeroen van Kan over twee weken ook opmerken!’
Je kunt de conversatie van Jeroen van Kan & Daniël Rovers hier terugluisteren.
De figuur in het tapijt is verschenen bij het zelfstandige Uitgeverij Wereldbibliotheek.
Overigens: naast mij, op de muurbank in het bovengenoemde café, lag de cafékat zo vredig te slapen dat je zou zweren dat de dierenarts haar net een spuitje had gegeven. Toch vroeg een mevrouw van een belendend tafeltje (grote ogen, hoge stem): ‘Wil je die kat als-je-blieft héél goed in de gaten houden? Ik ben doodsbang voor die beesten.’
Ontwerp voorplat: Hartebeest.