Kaputt

In Stadscafé Broers, op hink-, stap-, sprongafstand van Boekhandel Bijleveld, begon ik de dag met de krant. Aan een raamtafeltje streken een vader en zijn zoontje neer. Het jongetje had een chocoladehaas van zijn vader gekregen die in transparant ritselfolie was verpakt. Nadat een meisje hun bestelling had opgenomen, verdween de vader naar de klapdeuren en de daarachtergelegen trap naar de wc’s in de verre hoek van het café. In het voorbijgaan wisselde hij een blik met mij – mijn knikje beduidde, geloof ik, dat ik zijn zoontje in het oog zou houden. Zodra zijn papa uit zicht was, greep het jongetje (overhemdje, donker haar) een glazen kaarsenstandaard en begon de haas vakkundig in gruzelementen te slaan. Toen hij daarmee klaar was, besloot hij de scherven melkchocolade secuur tot poeder te drukken. De gezichtsuitdrukking van de vader bij terugkeer aan het raamtafeltje was het kostelijke begin van een dag vruchtbaar schrijven.

'En jij dan?'
'Wat?'
'Zei die vader niks tegen jou?'
'Hij zocht wel even oogcontact, maar ik keek terug met een blik alsof de hele operatie al achter de rug was voordat ik zelfs maar een interventie had kunnen overwegen.'
'Aha!... je trekt parallellen naar recente Vredesmissies?'
'Er staat altijd meer dan er staat bij Martijn Knol Punt En El slash Martijn Knol Punt Blogspot Punt Kom.'
'...'
'Polyinterpretabiliteit is our middle name.'