Il y a toujours de l’espoir - de schijndood van het fatalisme

Film: Le havre (2011).
Regie: Aki Kaurismäki.
Genre: sociaal sprookje.

Verhaal: Marcel Marx, schoenpoetser van beroep, neemt, ter-wijl zijn vrouw Arletty met kanker in het ziekenhuis ligt, een bootvluchteling in huis, Idrissa, waarover hij zich met buurtgenoten, vrienden en een collega schoenpoetser ontfermt. Hij verstopt hem niet alleen voor de (vreemdelingen)politie, hij organiseert ook een benefietconcert om het geld bij elkaar te brengen dat nodig is om de jongen de oversteek te laten maken naar Engeland, waar zijn moeder zich bevindt (de moeder van Idrissa).

De uitzondering gaat boven de regel, zegt de film die, bij oppervlakkige beschouwing, een pleidooi houdt voor humaniteit. Het individu gaat boven het systeem. Het zal niet meevallen om onder het filmhuispubliek iemand te vinden die het daar niet mee eens is, maar als je wilt dat je parochianen jouw boodschap blijven uitdragen moet je die blijkbaar regelmatig herhalen.

Toch versimpelt de Finse regisseur het morele dilemma dat aan zijn film ten grondslag ligt natuurlijk door de hier al eerder gewraakte typische filmhuisauteurkeuze: een kind centraal stellen. Onschuld. Afhankelijkheid. Grote ogen in plaats van argumenten. Bovendien is ook Marcel zelf een groot kind. Eenvoud van geest wordt in Le havre gelijkgesteld aan morele zuiverheid. Een erfenis van de romantiek.

Voor de filmgeschiedenis was het beter geweest als Idrissa bij zijn ontsnapping meteen weer gevangen was door de vreemdelingenpolitie en samen met de andere inzittenden van de havencontainer waarin hij naar Frankrijk is gekomen naar een uitzettingscentrum was gebracht. Dat zou namelijk pas echt een interessant moreel dilemma hebben opgeleverd. Hoe ver voer je in dat geval je burgerlijke ongehoorzaamheid als Europeaan? Dring je onder valse voorwendselen dat uitzettingscentrum binnen om paspoorten uit te delen? Ontzet je de mensen die je een betere toekomst gunt? En wat doen we met, of voor, al die mensen die te zwak of te arm zijn om deze kant uit te komen?

Netelig wordt het in Le havre geen moment.

Kaurismäki laat zich graag voorstaan op zijn bohemiengedrag (ontbijten met witte wijn, bier als lunch – jofel!) en dat levert hartstikke smeuïge human intereststukjes op in de cultuurbijlagen, bovendien heeft hij een grote bek over de films die Hollywood produceert – ook leuk - maar het zou de kwaliteit van zijn eigen werk ten goede komen als hij de bar wat vaker verruilde voor de studeerkamer en echt over machtsverhoudingen, de psychologie van volwassenen en de morele bewegingsvrijheid van het individu zou nadenken.

De film. Zoals valt op te maken uit een door het beeld schuivende krant speelt Le havre in 2007, maar geestelijk en ideologisch ruim dertig jaar eerder. Er wordt niet mobiel getelefoneerd, computers blijven buiten beeld. Het is in dat kader (woordspeling) dan ook interessant dat Le havre echt op film is gedraaid en niet met een digitale camera. Gisteren heeft de toekomst. En oud is het nieuwe nieuw. Een visie die ik overigens onderschrijf.

In een dialoogje tussen een cafébazin en de inspecteur die is belast met de opsporing van Idrissa vertelt de eerste dat haar man dood is. Met een glimlachje voegt ze eraan toe: hij was fatalist. Dat is grappig en vertolkt ook het beginsel van Le havre.

De ironie wil echter dat de strekking van de film wel fatalistisch is. De plot is gefundeerd op de idee dat het systeem zich niet laat veranderen. De inspecteur die aan het begin nog een wijn uit 2005 bestelt, gaat al gauw over op calvados: zijn sympathie en loyaliteit verschuift van het systeem en de elite naar de gewone burger - calvados is niet alleen een volks- maar ook een Normandisch streekdrankje - en dat is in deze film het hoogste waarop we mogen rekenen.

Het lukt Marcel Marx om de genoemde benefiet te organiseren waarmee hij geld inzamelt voor Idrissa. De sequentie die dan volgt is een grappige provocatie – de film die zo zuinig, sober en economisch is verteld laat een groot deel van het concert zien van ene Little Bob. Grinnikkend zit je het genante optreden uit – het is allemaal niet om aan te horen en aan te zien, maar Kaurismäki heeft natuurlijk gelijk: ouderenemancipatie, dat hoort er ook bij in een rechtvaardiger wereld.

Le havre is bewust nostalgisch, bewust oubollig, bewust sentimenteel. De klare lijn bekoort, maar stilering zonder substantie irriteert.

‘Nog een tip?’
‘Let gedurende de film op het visuele Leitmotiv van de bloem… de fresia’s, anjers en ranonkels die je te zien krijgt werken toe naar de kersenbloesem waarmee de film besluit. Als je goed oplet zie je ook aan de platanen die tijdens de film geleidelijk blad krijgen dat de film zich in het vroege voorjaar afspeelt.’
‘Wij willen een hermeneutisch staaltje! Wij willen een hermeneutisch staaltje!’
‘Tijdens het bereiden van een maaltijd voelt de vrouw van Marx een steek in de maagstreek. Terwijl ze voorover buigt van pijn hebben wij zicht op de ui die zij aan het snijden was en het mes waarmee zij dat deed... een briljant shot, want zelf zal zij onder het mes moeten om zich te laten ontdoen van een tumor die, naar wij vrezen, al weleens tot de omvang van een ui uitgegroeid zou kunnen zijn.’

O, ja… over de verhaallijn van Marx zieke vrouw Arletty gesproken... Welnu… Il y a toujours de l’espoir, zegt de specialist aan het begin van de film tegen Arletty en na anderhalf uur (verteltijd) stelt zij de artsen voor een blij raadsel door van ongeneeslijke kanker te zijn genezen. Laten we het toeschrijven aan haar positieve levensinstelling.

Kinderen en arme mensen deugen per definitie. Kanker geneest vanzelf. Oud is sexy. En dankzij een leugentje van de inspecteur kan Idrissa in de finale van de film ongehinderd naar Engeland.

Le havre is een dooie mus.

En Kaurismäki een zachte heelmeester.

Eindoordeel: 2 ananassen (2/5).

Toegift: De filmmaker heeft mededogen met zijn publiek. Als het de vluchteling aan het einde van de film lukt om in het ruim van een vissersboot de haven te verlaten, denk je: de schipper zal het jongetje toch niet al die tijd in het donker laten zitten? En inderdaad zie je een paar minuten later dat Idrissa aan dek mag komen en, met ons, de zee mag zien.

‘Ik hoorde dat Marx en zijn vrouw ook een hond hebben?’
‘Klopt: Laika.’

Poster: 10aweekreviews.