In Bern zag ik een tentoonstelling van Berlinde De Bruyck-ere. Het was, van-uit het bergdorpje waar ik verbleef, twee uur treinen – twee uur heen, twee uur terug. Maar Mysterium Leib, Berlinde De Bruyck-ere im Dialog mit Lucas Cranach und Pier Paolo Pasolini was de reis meer dan waard. Boven-dien zat er een uitstekend Italiaans restaurant in Bern. Celina.
‘En wat is dat zwarte nopje op het raam?’
‘Dat is een zuignapkever. Die zie je op het moment heel veel in Zwitserland. Vanwege de kou gaan ze op zoek naar warme plekjes, maar ik denk dat ze binnen last hebben van heimwee naar het daglicht en de buitenlucht, want ze plakken altijd aan ramen en spiegels.’
‘Hoe komen ze binnen dan aan eten?’
‘Ze drinken het bloed van nieuwsgierige mensen.’
‘Aha.’
‘Het liefst springen ze op je voorhoofd. En dan voel je een hete, scherpe pijn, alsof er een lange, withete naald je voorhoofd ingedreven wordt, maar voor je ze kunt pakken of wegslaan zijn ze alweer verdwenen.'
'En dan hebben ze van je bloed gedronken?'
'Een paar slokjes.'
'Tjeezus.'
'Ja, het is totaal niet schadelijk, maar je schrikt je rot natuurlijk.'
'Kan ik me voorstellen. Zuignapkevers?'
‘Ja.'
'...'
'De Zwitserse regering probeert het bewust uit de media te houden.’
‘Vanwege het tourisme?’
‘Onder andere.’