Een passage uit het tweede hoofdstuk van Alles kan kapot (p.116):
'... en terwijl ze daar zo zaten, begonnen de armleuningen van d'r stoel uit te lopen, die van de stoel van dat meisje... serieus!... En daarna begon de stoel van Kat ook... de scheuten kronkelden over de vloer naar elkaar toe... bij 't koekje van Kat stonden ze in knop, terwijl 't meisje d'r laatste slokjes thee opdronk kregen ze blad en toen 'r 'n nieuw dienblaadje met thee en choco werd aangedragen, waren de stoelen al bespikkeld met frisgroene blaadjes... net slingers... alsof ze allebei op zo'n versierde stoel voor 'n jarig kind zaten... 't Meisje keek 'r streng aan en zei dat ze vanavond maar met 'r mee naar huis moest gaan... dat dat waarschijnlijk voor allebei 't beste was... Kat knikte... Ze moesten hun knieën hoog optrekken om zich uit de verstrengelde stoelen te bevrijden...'
Das Leben und die Träume sind Blätter eines und des nämlichen Buches, zegt Schopenhauer.
Bij mij was het idee voor die stoelen die tot leven komen, en als het ware hun armen naar elkaar uitstrekken, ontstaan en gegroeid nadat ik een middeleeuws mosbankje had gezien en er iets over had gelezen. Levend meubilair.
De gebroeders Ronan & Erwan Bouroullec drukten een vergelijkbaar idee uit in een filmpje over de Vegetal stoel die zij ontwierpen voor Vitra. Zij haalden hun inspiratie uit stoelen die in de 19e eeuw in Noord-Amerika werden gemaakt door jonge bomen in de vorm van een zitmeubel te dwingen.
Dat filmpje van de Bouroullec-brothers liet Jurgen Bey vorig jaar zien tijdens een avond in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Agenda:
Aanstaande vrijdag lees ik voor uit Alles kan kapot. Op festival Crossing Border in Den Haag.