Ik had gegeten (bouillabaisse, frambozentaart) bij een restaurant dat ik kende van vroeger. De weg naar mijn hotel kon ik me minder goed herinneren. Het was inmiddels donker. Door de zeikende regen dwaalde ik door de stad. Bij iedere stap voelde ik de telefoon die in de borstzak van mijn jack zat. Ergens halverwege, ik was al gevorderd tot het 7e arrondissement, viel de regen met zoveel geweld dat ik moest schuilen onder een vergeten parasol. Dankzij de koplampen van passerende auto's kon ik me weer oriënteren: daar ergens, achter die hoge huizen, lag mijn hotel. Toen ik mijn telefoon tevoorschijn haalde om hem te verplaatsen van mijn borst- naar mijn broekzak, bleek dat het plastic object in werkelijkheid niet mijn telefoon, maar mijn zonnebril was. Ik zette hem op en wandelde door de stromende regen in de richting van waar ik kamer 73 vermoedde.
Afbeelding: OpenStreetMap.org.