Zaterdag, eind van de middag. Er zitten weer meer mensen in de rondvaartboten die door de Singel varen. De boten gaan langzamer dan vorige weken, want de zon schijnt. Er valt weer wat te zien. Jammer van die zware dieselmoter, anders konden de touristen ook de vogels horen.
Als de boot uit zicht is verdwenen, kijk ik een tijdje naar een duikende fuut. Het lukt me niet, nooit, om te voorspellen waar hij weer boven zal komen. Balletje-balletje met één beker en één balletje en er dan toch telkens naast zitten.
Na zijn vierde of vijfde duik komt de fuut niet meer boven. Minutenlang tuur ik naar het water. Als ik uiteindelijk de dierenambulance bel, denkt de telefonist dat ik hem in de maling neem.