'Wanneer dan?'
'Wat?'
'Wat je nu gaat vertellen. Wanneer dan?'
'Donder-, nee woensdag.'
'Oké. Ga verder.'
'Nou... woensdag mocht ik dus op de -'
'Mocht? Net zei je moest?'
'Ja, JEZUS!... moest, mocht... ging... whatever. Woensdag ging ik op de foto.'
'En toen?'
'Toen verspilden we een polaroid.'
'Wat erg! En toen?'
'Nou, later raapte ik die polaroid van de vloer en nu heb ik hem ingescand.'
'Die polaroid?'
'Ja.'
'Om het weer goed te maken?'
'Ik denk het.'
'Nou, missie geslaagd. We zijn allemaal hevig geroerd. Dank dat je dit met ons hebt willen delen.'
'Heel graag gedaan.'
'Dat vermoedde ik al.'