Een paar weken terug raakte ik op een boekpresentatie in gesprek met collega-schrijver en bioloog Maarten ’t Hart. We hadden het natuurlijk even over het overlijden van Harry Mulisch - en over diens moeder die zoveel ouder was geworden dan de auteur die op zijn zachtst gezegd gefascineerd was door onsterfelijkheid - en zo kwamen we op rimpels, gebreken en verval.
Ik bekende dat ik soms het gevoel heb dat mijn ogen een bijna verwaarloosbaar tikje achteruit beginnen te gaan en dat ik daarom overwoog ze voor de zekerheid eens te laten testen. Maarten sprong geschrokken achteruit. ‘Je bent toch niet van plan om je door zo’n peperdure opticien te laten oplichten?,’ zei hij. Hij vertelde, op een vrij dwingende manier, dat – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – een bril niet ‘werkt’ dankzij de geslepen glazen die in het montuur zijn vervat, maar doordat het montuur je blikveld beperkt. ‘Daardoor richt al je kijkenergie zich op een veel kleiner oppervlak,’ zei hij, ‘waardoor het eigenlijk alleen maar líjkt of je ogen beter kijken.’ Het ging om het ínperken en in-ten-si-ve-ren van je blikveld (bij iedere lettergreep van het woord intensiveren tikte hij op mijn arm met een enthousiasme die het gebaar aan molest deed grenzen). Maarten raadde me aan een voordeelverpakking cellotape bij de Zeeman of de iets duurdere HEMA te halen en daar zelf een brilmontuurtje van te knutselen. ‘Zul jij eens zien met hoeveel plezier je ’s avonds weer een boek ter hand neemt,’ zei hij.
Ik geef toe dat ik wat sceptisch was en thuis hoofdschuddend en zelfs grinnikend deed wat hij me had opgedragen. Wat bleek? Maarten ’t Hart heeft volkomen gelijk: dankzij dit montuur zie ik weer net zo scherp als in mijn vroegste tienerjaren.
Voor de toekomst van opticiens, oogartsen en andere oculaire profiteurs valt te vrezen.
Foto's: Guido Jagt.
P.S. Maarten ’t Hart vertelde me ook dat zijn uitgever, De Arbeiderspers, volgend jaar rond de feestdagen een boek zal uitbrengen met honderden bespaartips erin, werktitel ‘Besparen met Maarten’. Toen ik vroeg of je die tips niet veel beter op een website kon zetten, zodat lezers die gratis konden raadplegen, zei hij niets, maar lachte sluw.
P.P.S. Maarten gaf me nog een andere bespaartip: Met je ogen dicht kale macaroni eten en je dan voorstellen dat je in een sterrenrestaurant van een wildschotel zit te genieten. Slim bedacht hè? Ik denk dat ik dat recept 25 december maar eens ga uitproberen met een tafel vol familie. En die wildschotel is natuurlijk facultatief: vegetariërs mogen tijdens het kauwen ook aan groentelasagne denken. Met een heerlijke kaassaus.
P.P.P.S. Die roman op de foto, Mannekino (1968), van Sybren Polet, dat is een prachtig, speels, slim, vrolijk boek. Een van de weinige cult-klassiekers uit onze letteren. Ik kom er nog op terug.