ontvankelijk

‘Mag ik iets vragen?'

‘Vandaag niet.'

‘Heb je wat kleingeld, voor te slapen?’

‘Nee.’

‘Ik heb nog twee euro nodig.’

‘Ik zei toch nee? Zie ik eruit als iemand die zich bedenkt?’

'...'

'Zie ik eruit als iemand die zich bedenkt?’

‘Een beetje wel.’

‘Onzin!'

'...'

'Waarom zie ik eruit als iemand die zich bedenkt?... Maak ik 'n onzekere indruk?’

‘Niet echt onzeker... eerder, ik weet niet... beïnvloedbaar?’

‘Bullshit.’

‘Trek 't je niet aan.'

'Het is gewoon - '

'Heb je 'n euro-tje voor me?’

‘Ik geef je nu vijf euro, maar dan laat je me de volgende keer echt met rust, oké?’

‘Bedankt man.’

‘Volgende keer met rust laten, hè? Afgesproken?’