El mariachi en de dermatologische kwestie - La Piel Que Habito

Film: La Piel Que Habito (2011).

Regie: Pedro Almodóvar.

Met: Antonio Banderas, Elena Anaya, Marisa Paredes e.v.a..

Verhaal/abstract: wraak die gewroken wordt (zo blijf je bezig).

Verhaal/concreet: crimi-nele dermatoloog met zwartgrijs haar en donkere ogen onderwerpt de verkrachter van zijn labiele dochter aan een geslachtsverandering en herschept de jongen in één moeite door naar het vroegere evenbeeld van zijn overleden vrouw (die na een ongeluk waarbij ze verbrandde (te hard gereden omdat ze met haar minnaar (de halfbroer van de dermatoloog – hallo!) naar een nieuw leven wilde vluchten) zo verminkt raakte dat ze bij het zien van haar eigen gezicht uit het raam is gesprongen (en de sprong niet overleefde)) waarbij hij (de criminele dermatoloog) hem (de tot vrouw verbouwde verkrachter) voorziet van een nieuwe, brandwerende huid.

Nou: klink dat leuk of niet?

Het echte thema van de film is: identiteit, of liever gezegd het verband tussen innerlijk en uiterlijk. ‘Je gezicht is je identiteit,’ zegt dokter Robert (Banderas) aan het begin van de film. Het verhaal en de personages onderschrijven en weerspreken die these een paar keer, maar aan het slot van LPQH keert Vera, de tot vrouw verbouwde man, naar de modewinkel van haar/zijn moeder terug en zegt: ‘Ik ben Vincent.’ Identiteit en voorkomen vallen niet altijd samen.

Het verhaal opent in: 2012 (maar dat kan helemaal niet!).

En bestaat uit drie delen: heden 2012, lange flashback in 2006, hernomen heden. De eerste drie kwartier zit je naar een in vrijwel alle opzichten slechte film te kijken (met een voortvluchtige juwelendief in tijgerpak en littekens in het gezicht + het Grote Ogen Acteerwerk van Marisa Paredes als dieptepunten), het tweede deel zet het eerste in een heel ander licht, de wending komt nog net op tijd.

De film refereert deftig aan Louise Bourgeois (1911-2010), maar meer dan met beeldende kunst toont de film verwantschap met: toneel/huiskamerdrama, opera en poppenkast. Het script is statisch en de personages karikaturaal, vooral in het eerste deel lijkt het of je zit te kijken naar een modernisering van een middeleeuwse allegorie.

Geur-, kleur- en smaakstoffen: moord, zelfmoord, verkrachting, waanzin, diefstal, verkeersongeluk, ontvoering/gijzeling, verminking, medische experimenten, drugshandel, chantage, een aanslag, illegale klinieken. De handeling is topzwaar, de camera zit vaak onnodig dicht op de personages, de score - afwisselend klassiek, abstract modern en pop - is bombastisch. LPQH wil veel vertellen, maar blijft daarbij steeds aan de oppervlakte – maar dat is natuurlijk wel weer heel toepasselijk in een film over een huidspecialist.

Antonio Banderas: trouwe lezers van Martijn Knol Punt En El slash Martijn Knol Punt Blogspot Punt Kom herinneren zich natuurlijk het stukje over Woody Allen’s You Will Meet A Tall Dark Stranger waarin Banderas een leuk-karikaturale bijrol speelde (in de film bedoel ik (maar ook in het stukje)). Zijn spel heeft altijd iets van een volkszangerachtige vetheid. Dat is in de jaren negentig mooi uitgebuit in films als The Mask of Zorro (1998) en Roberto Rodriguez's Desperado (1995), maar als dermatoloog overtuigt hij mij minder (lees: niet). Zelfs niet in de scènes waarin hij een bril draagt. Ik denk wel dat hij een coole James Bond zou kunnen zijn.

Ik vind het trouwens een curieus idee dat Banderas een relatie heeft met: Melanie Griffith (die trouwens ooit getrouwd was met Don Johnson (al vrees ik dat dit soort terzijdes killing zijn voor mijn imago als Great Dutch Novelist…)). De associatie plastische chirurgie en Melanie Griffith echter wordt keurig gedekt door de werkelijkheid.

LPQH wil het verschil tussen dader en slachtoffer hier en daar wat nuanceren, maar doet dat te weinig genuanceerd.

Eindoordeel: twee opiumpijpjes (2/5).

Verwant: Cesc Jalabert.

Filmposter: elseptimoarte.