Vijfentwintig graden
Ik lig in het gras. De zon schijnt. Op mijn blote buik de koele voet van een glas fram-bozen-limonade. Ruisende bomen. Vogels. Pas als ik opkijk van het scherm bedenk ik dat ik vergeten ben de vuilnis buiten te zetten. De wagen rijdt juist de straat uit. Das Leben und die Träume sind Blätter eines und des nämlichen Buches, zegt Schopenhauer. Kleine moeite de vuilniswagen even te laten stoppen aan het park waar mijn personages liggen te picknicken. Zuchtend komen ze overeind - toch hebben ze er plezier in die komo's naar binnen te slingeren. Herinneringen aan draaimolens en schommels.